Het is tijd dat de FNV de werkelijkheid accepteert
Wie doet er water bij de wijn en wie mogen straks zege vieren: de werknemers of werkgevers? De FNV houdt vast aan de loonsverhoging van drie procent, de werkgeversorganisatie is fel tegen. Ondertussen pleit de FNV ook nog eens voor een nieuwe norm voor werkgevers. Zijn de eisen van de werknemersbeweging nog wel van deze tijd?
Laat de lonen stijgen met drie procent, dat is de oproep waar de FNV Bondgenoten zich al een tijdlang hard voor maakt. Als belangenbehartiger voor werkenden, werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden een logische wens: hoe hoger de lonen, hoe tevredener de achterban. Maar wensen en eisen, die moet je niet door elkaar halen. Hoe terecht is het om vast te houden aan die drie procent en wellicht belangrijker: hoe haalbaar is het?
Als het aan werkgeversorganisatie MKB Nederland ligt, komt er niets van de plannen van de FNV terecht. 'De kosten van ondernemers zijn al torenhoog en dan wil de FNV dit er nog eens bovenop. Het kan voor bedrijven het zetje zijn om over de rand te vallen of hun exportkansen te verspelen', zegt Van Straalen tegen nu.nl. FNV-voorman Ton Heerts vindt juist dat de loonsverhoging noodzakelijk is om het consumentenvertrouwen te laten stijgen en de koopkracht te verbeteren. Voor koopkrachtverbetering is Van Straalen best warm te krijgen, maar dan moeten de loonkosten die bovenop het brutoloon komen wel omlaag.'
Het zou mooi zijn
Eén ding staat vast: voor zowel werkgever als werknemer zou het fantastisch zijn als het vertrouwen van de consument flink opbloeit en zijn portemonnee weer zo goed gevuld is dat hij boodschappentas na boodschappentas vult. Net zoals het heel mooi zou zijn als Nederland in één klap van het begrotingstekort af is, de euro floreert en banken gezonde instellingen zijn met een flinke spaarpot. Maar dat is een utopie, de werkelijkheid ziet er behoorlijk anders uit.
Met het oog op de huidige stand van de economie lijkt het terecht vraagtekens te zetten bij het pleidooi van de FNV. Het is namelijk niet alleen de loonsverhoging van drie procent waarmee het reuring maakt, de organisatie wil ook dat er een nieuwe norm komt voor werkgevers waarbij personeelsbeleid en bedrijfsvoering de aandacht krijgt. De FNV roept de Tweede Kamer in aanloop naar de begroting van het ministerie van Sociale Zaken op om meer te investeren in mensen en werkgelegenheid, zo laat Heerts weten op nu.nl. Het is ook het thema van de campagne 'Meer koopkracht, echte banen', die de vakbondenorganisatie op 30 november lanceert.
Terug naar waar we vandaan komen
Als we het wensenlijstje van de FNV kort samenvatten komt het op het volgende neer: hogere lonen, meer vaste dienstverbanden en geen inhuurpraktijken als payrolling. Bovendien moet de gemeenten het voortouw nemen door niet voor de goedkoopste aanbieder te gaan bij het uitbesteden van overheidsprojecten, maar uit te gaan van de 'menselijke factor', wat dat dan ook precies mag zijn.
Met andere woorden: De FNV wil terug naar waar we vandaan komen. De tijd dat het woord crisis nog niet dagelijks gebezigd werd in de media en de economie het goed leek te doen. Begrijpelijk, maar niet realistisch. Elke pas-afgestudeerde en baanzoekende weet dat een hoog salaris, riante secundaire arbeidsomstandigheden en een vast contract waarmee je tot je pensioen van je werkplek verzekerd bent, er niet inzit. Misschien niet het plaatje dat ze voor ogen hadden toen ze aan hun studie begonnen, maar wel de werkelijkheid die ze, als ze verstandig zijn, accepteren. Natuurlijk willen we allemaal een vast contract, een goed salaris, vette bonus en dertiende maand op onze rekening, wie tekent daar niet voor? Maar helaas, het zit er niet in. Niet omdat werkgevers zo gierig zijn, maar omdat ook zij te maken hebben met een kwakkelende markt.
Ik heb het al eerder gezegd: iedereen moet inleveren. Dat is de werkelijkheid anno 2013 en daar moeten we het mee doen. De meeste werknemers en werkgevers hebben inmiddels gelukkig door hoe de vork in de steel zit en tonen zich bereid hun wijn wat aan te lengen. Anderen protesteren nog fel en reageren diep geschokt op de berichten dat werknemers best wat loon willen inleveren voor het behoud van hun baan.
Mentaliteitsverandering
FNV behoort duidelijk tot die tweede groep en weigert mee te doen aan mentaliteitsverandering waar het huidige klimaat om vraagt – en zeer noodzakelijk is. Want dat is wat er gebeuren moet en gelukkig ook gebeurt: een nieuwe mentaliteit aanmeten waarbij het idee 'recht' te hebben op allerlei voorzieningen en omstandigheden naar de achtergrond wordt gedreven. Aan de basisrechten moet niet getornd worden. Iedereen heeft recht op voedsel, huisvesting, zorg en enige mate van comfort, daar mag je je best hard voor maken. Maar dat kan ook zonder de lonen met drie procent te laten stijgen en werknemers weer massaal in vaste dienst te nemen.
Tijd om de nieuwe werkelijkheid te accepteren dus, FNV. Als belangenbehartiger die eerlijk wil zijn naar de achterban zou het gepast zijn de werkelijkheid te tonen in plaats van met veel bombast en pamflettaal een utopie voor te spiegelen. Het is geen strijd waarin de werknemer of de werkgever zegeviert. Het is gelijkspel, beide partijen trekken aan het kortste eind. Dan de hoofdprijs opeisen is niet alleen zinloos, maar ook behoorlijk opportunistisch.
En voor wie denkt dat werkgevers er zo wel heel makkelijk vanaf komen: de opgelegde bezuinigingsmaatregelen waarmee zij te maken krijgen zijn niet mals en zullen zeker gevoeld worden in de portemonnee van de ondernemer.
We leveren allemaal in, echt.