Huizenmarkt: huurder meer kwijt aan woonlasten dan huiseigenaar

Huizenmarkt: huurder meer kwijt aan woonlasten dan huiseigenaar

Redactie Baaz
In 2018 besteedden huurders gemiddeld 38,1 procent van hun inkomen aan woonlasten. Dat terwijl het percentage bij huiseigenaren op 29 procent ligt.

LEES OOK: Huizenmarkt: verschil in prijzen bereikt record

Sinds 2012 is de zogeheten woonquote, de verhouding tussen de woonlasten en het besteedbaar inkomen, voor huurders met 2 procentpunt gestegen, voor huiseigenaren is die juist gedaald. De groei in het verschil tussen huurders en huiseigenaren heeft vooral te maken met de ontwikkelingen in de woonlasten. Huiseigenaren hebben de laatste jaren geprofiteerd van een lage rente op hun hypotheek. 

Vanaf 2012 zijn de woonlasten van huurders met 14 procent gestegen. Op zich een logische gebeurtenis, gezien de enorme stijging van de huurprijzen. De huurprijs steeg aanzienlijk meer dan woonlasten als energie, water en gemeentelijke belastingen. De woonlasten van huiseigenaren waren vorig jaar nog steeds 5 procent lager dan die in 2012. Wel zijn de lasten tussen 2015 en 2018 gestegen door een daling van het belastingvoordeel voor huiseigenaren.

Meest kwijt aan woonlasten

Relatief zijn huishoudens met lage inkomens het meest kwijt aan woonlasten. Zo zijn de huiseigenaren van de 20 procent minst welvarende huishoudens gemiddeld de helft van hun besteedbaar inkomen kwijt aan woonlasten. Huurders in deze groep geven hier ongeveer 42 procent van hun inkomen aan uit. Dat betekent natuurlijk niet dat zij ook het meest betalen. 

Volgens Kasja Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken is het van groot belang dat lokale partijen genoeg ruimte krijgen voor hun bouwplannen. Ze vraagt daarom aan de provincies om meer capaciteit vast te leggen dan precies nodig is. Volgens Ollongren vergroot dat de flexibiliteit als projecten op een bepaalde locatie onverwachts vertraging oplopen. 

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie