Staat maatschappelijke waarde boven winst?
Deze week brak NVIDIA opnieuw een beursrecord. De chipgigant behaalde een waarde van maar liefst 5000 miljard. Nog nooit eerder was een bedrijf zoveel waard - of, nou ja, als we waarde in geld uitdrukken. Maar moeten we er wel zo naar kijken? Winst is natuurlijk belangrijk voor het voortbestaan van het bedrijf, maar 'hoe hoger, hoe beter' het ideale gedachtengoed: bedrijven hebben ook een maatschappelijke waarde.
Zeker in publieke sectoren en vitale infrastructuur weegt maatschappelijke waarde steeds zwaarder dan winst op papier. Toch blijven traditionele financiële metrics domineren in jaarverslagen, investeringsbeslissingen en publieke opinie. Daardoor ontstaat er een mismatch tussen wat organisaties daadwerkelijk bijdragen aan de samenleving, en hoe ze gewaardeerd worden.
Een vernieuwend model van de Erasmus Universiteit probeert daar verandering in te brengen. De Erasmus Corporate Impact Index laat zien wat bedrijven nou echt toevoegen.
De NS
Een sprekend voorbeeld komt van eigen bodem. De Nederlandse Spoorwegen (NS) sloten boekjaar 2024 af met een verlies van 141 miljoen euro -het vijfde verlies op rij. Op basis van de klassieke maatstaf een bedrijf dat worstelt met zijn bestaansrecht. Toch blijkt uit het recente NS Futureproof Index Report dat de NS juist ongekend veel waarde creëert voor de samenleving.
Volgens het rapport, opgesteld door o.a. prof. Dirk Schoenmaker van de Rotterdam School of Management, genereert de NS een geïntegreerde waarde van €72,8 miljard, waarvan slechts €6,4 miljard financiële waarde is. De rest komt voort uit sociale waarde (zoals bereikbaarheid, inclusie en productiviteit) en ecologische waarde (zoals vermeden CO₂-uitstoot). De zogenaamde Futureproofing Ratio komt uit op 11,3; aanzienlijk hoger dan beursgenoteerde bedrijven als Philips (4,7).
In euro’s uitgedrukt: waar de NS per reizigerskilometer 1,3 cent subsidie ontvangt, levert ze 8,4 cent aan maatschappelijke waarde terug.
Dat de treinmaatschappij niet zonder slag of stoot opereert - vooral vertragingen zijn een irritatie-oproeper - wordt in het rapport expliciet benoemd. Maar de kern is helder: de toegevoegde waarde voor maatschappij en economie overstijgt ruimschoots de financiële tekorten.

Hoe de Erasmus-index waarde herdefinieert
	De Erasmus-index rekent dus de impact op de maatschappij mee. De gebruikte methode gaat uit van drie componenten:
	 
- Financiële waarde (FV) - de traditionele boekhoudkundige of marktwaarde
- Sociale waarde (SV) - positieve externe effecten zoals arbeidsmobiliteit, bereikbaarheid en welzijn
- Ecologische waarde (EV) - milieueffecten, zowel positief (zoals emissiereductie) als negatief (zoals biodiversiteitsverlies)
Samen vormen deze de Integrated Value (IV). Vergelijk die met de FV, en je krijgt de Futureproofing Ratio. Deze maakt het mogelijk om bedrijven te benchmarken op hun bijdrage aan een duurzame en inclusieve economie. Zo wordt niet alleen de winstgevendheid, maar ook de maatschappelijke legitimiteit van een businessmodel zichtbaar.
Voor ondernemers die opereren in sectoren met publieke relevantie (mobiliteit, zorg, onderwijs, energie, woningbouw) biedt dit model houvast voor strategische keuzes, publieke verantwoording en langetermijninvesteringen.
Maatschappelijke waarde over de hele wereld
De NS is geen uitzondering. Ook internationaal zijn er bedrijven die ondanks bescheiden financiële prestaties grote maatschappelijke waarde leveren
De MTR Corporation runt in Hong-Kong de metro en draait op het snijvlak van infrastructuur en vastgoedontwikkeling. De winst wordt vaak gerealiseerd via vastgoed, maar de werkelijke maatschappelijke waarde zit in bereikbaarheid en economische clustering rond stations.
De Franse energiereus EDF (Électricité de France) is grotendeels in staatshanden en draait structureel met lage marges. Toch vervult EDF een sleutelrol in de energietransitie door te investeren in kernenergie en hernieuwbare bronnen met maatschappelijke baten die moeilijk in een P&L-statement te vatten zijn.
Patagonia staat bekend als een moreel gedreven bedrijf, en zet daar steeds meer kracht achter. De Ameirkaanse outdoorketen schrijft sinds kort niet meer primair voor aandeelhouders, maar voor ‘de planeet’. Door te investeren in circulaire ketens, repair-economie en natuurherstel laat het bedrijf zien dat maatschappelijke impact niet haaks hoeft te staan op ondernemerschap.
En dan is er nog DB (Deutsche Bahn). De 'Duitse NS' kampt met financiële uitdagingen, maar genereert net als de NS een veelvoud aan maatschappelijke waarde, van klimaatimpact tot economische bereikbaarheid, door heel Europa (tip: zoek je internationale treinkaartjes via DB). In Duitsland is dit een argument vóór publieke investeringen, niet tegen.
Het gedeelde kenmerk van deze bedrijven: hun waardecreatie zit grotendeels buiten de winst- en verliesrekening. Toch zijn ze essentieel voor de werking van samenleving en economie op lange termijn.
Wat kunnen ondernemers hiervan leren?
Voor ondernemers en bestuurders ligt hier een belangrijke les: waarde is meer dan winst. In sectoren met maatschappelijke relevantie loont het om te denken in maatschappelijke return-on-investment. Zeker bij onderhandelingen over financiering, subsidies of publieke samenwerking biedt dit nieuwe aanknopingspunten.
Daarnaast worden ook investeerders en aandeelhouders gevoeliger voor impact. Impactrapportages, geïntegreerde jaarverslagen en ESG-metingen worden steeds bepalender in de waardering van bedrijven. Ondernemers die deze beweging omarmen, bouwen niet alleen aan hun maatschappelijke legitimiteit, maar ook aan hun toekomstbestendigheid.
Zoals de Erasmus-onderzoekers het verwoorden: 'De maatschappij is beter af met een goed gefinancierde NS.' Hetzelfde geldt voor elke organisatie die zich bewust inzet voor publieke waardecreatie. Nadeel: dat is alleen (nog) niet in cijfers uit te drukken op de balans.
 
       
             
             
             
             
            