Groeiende kloof tussen ambities en praktijk in duurzaamheidsbeleid Nederlandse banken

Groeiende kloof tussen ambities en praktijk in duurzaamheidsbeleid Nederlandse banken

Redactie Baaz

Nederlandse banken slagen er onvoldoende in om hun duurzaamheidsambities in praktijk te brengen. Zowel bij grote als kleine banken zijn er verschillen tussen het duurzaamheidsbeleid, de dagelijkse uitvoering ervan en hun informatievoorziening hierover. Dat blijkt uit academisch onderzoek onder vrijwel alle banken in Nederland – inclusief DNB.

Het onderzoek is uitgevoerd door Roos van Delden in het kader van haar master Environmental Sciences aan de Wageningen Universiteit, in samenwerking met adviesbureau ACE + Company, dat financiële instellingen ondersteunt op het gebied van veranderingen in wet- en regelgeving.

“Vaak zien we onbedoelde en onbewuste discrepanties tussen duurzaamheidsambities van banken en hoe ze die in praktijk brengen. Dat roept vragen op of de strategische ESG-doelen vertaald zijn in passend beleid en of deze voldoende zijn afgestemd op de dagelijkse werkwijze van banken”, zegt adviseur Roos van Delden van ACE. Zij onderzocht hoe banken zich positioneren op Environment, Social en Governance (ESG)-aspecten. Daarna kwam op basis van gesprekken met managers en werknemers van banken naar voren waar de barrières liggen voor het daadwerkelijk implementeren van de benodigde ESG-acties.

Uitgebreidere verplichtingen

Banken zijn verplicht om ESG-gerelateerde ambities te definiëren[1]. De wet- en regelgeving hieromtrent wordt steeds uitgebreider, wat onder meer geldt voor de rapportageverplichtingen. Door de toegenomen transparantie komt nu bovendrijven dat de acties die nodig zijn om de gedefinieerde ESG-doelstellingen te bereiken ontbreken[2]. “Opmerkelijk is dat de discrepanties nu wel naar voren komen in de verslaggeving, maar dat de banken er nog geen passend antwoord op hebben weten te formuleren”, zegt Van Delden.

De oorzaken van de kloof zijn divers. In het algemeen komt het door de bedrijfscultuur die duurzaamheid niet volledig integreert in alle lagen van de organisatie. Sommige banken hebben wel ESG-afdelingen, waaruit blijkt dat in de bestuurskamers voldoende besef is van het belang van ESG, maar te vaak worden deze nog als 'add-on' of marketingactiviteit beschouwd. Ook blijkt uit de ESG-uitgangspunten en -beleidsrichtlijnen van banken vaak niet duidelijk welke keuzes daaruit volgen in dagelijkse bedrijfsprocessen. Daardoor is het voor medewerkers onduidelijk hoe nu precies te handelen, bijvoorbeeld in de dienstverlening voor klanten met bedrijfsactiviteiten waarbij ESG-vraagstukken spelen.

Sectorbreed probleem

“Daarnaast speelt een rol dat de ESG-reguleringen zo complex en veranderlijk zijn, dat ze de uitvoering en rapportage bemoeilijken. Het is een sectorbreed probleem, dat in de toekomst steeds groter wordt”, zegt Van Delden. “Om de klimaatdoelstellingen te behalen, wordt wet- en regelgeving almaar uitgebreider, maar kleine en middelgrote banken hebben nu al vaak te weinig middelen en kennis beschikbaar om daarin bij te blijven”, licht Van Delden toe. “Inmiddels worden ook grotere banken hiermee geconfronteerd, maar zij hebben meer middelen beschikbaar en hebben vaak een intensievere relatie met de toezichthouder, waardoor ze de dialoog aan kunnen gaan.”

Gevolgen en risico’s

Het niet halen van ESG-doelstellingen kan aanzienlijke gevolgen hebben. Zo kan het niet nakomen van beloftes aan stakeholders, onder wie werknemers, klanten en de samenleving, tot reputatieschade leiden die het vertrouwen in de bankensector ondermijnt. Dat kan langdurige impact hebben op de maatschappelijke perceptie van deze financiële instellingen. Een sprekend voorbeeld is de recente aanklacht van Milieudefensie tegen ING, die de bank beschuldigt van onvoldoende inzet in de strijd tegen de klimaatcrisis.

Oplossingen

Banken dienen te erkennen dat duurzaamheid een drijvende kracht kan en moet zijn in de wijze waarop zij hun risicobeheer benaderen, wat vervolgens impact heeft op de operationele activiteiten, de zakelijke relaties en de interactie met hun klanten. De sleutel is een integrale ESG-aanpak, waarbij duurzaamheid niet als add-on is toegevoegd maar verankerd is in elke laag van de organisatie. Het fundament daarvoor is een diepgeworteld besef en een intrinsieke overtuiging dat duurzaamheid niet een nice-to-have is maar een essentieel onderdeel van bankieren anno 2024.

Hoewel de intentie om te verduurzamen aanwezig is, blijkt de praktische uitvoering complex. Desalniettemin geeft Van Delden aan dat het mogelijk is, echter moet er wel actie ondernomen worden: “Het is duidelijk wat er moet veranderen: het is essentieel om de ESG-ambities te koppelen aan concrete daden. De banken geven blijk van goede wil, maar moeten wel hun duurzaamheidsambities serieus nemen. Dat vraagt om fundamentele veranderingen binnen de structuur en cultuur van banken, waarbij duurzaamheid de juiste strategische prioriteit krijgt met passende middelen om doelstellingen te behalen.” Van Delden geeft aan dat de sleutel tot verbetering bij de sector zelf ligt. “De complexiteit van de interne organisatie, het beleid en verantwoordelijkheden van de beschikbare data zijn hordes die genomen moeten worden om zonder te struikelen de streep te halen. Dit zijn de bouwstenen waarmee banken aan de slag moeten. Het is nu zaak duurzaamheidsambities en uitvoering op elkaar af te stemmen om te zorgen voor een stevig fundament. Het is van belang om te beseffen dat duurzaamheid onmisbaar, en daarnaast blijvend, een rol zal spelen in onze maatschappij en in het bankieren.”

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie