Droppie breidt uit naar Den Haag met vier winkels en zet afval letterlijk op een voetstuk

Afvalproductie in levende lijve 

De levende afvalkunstwerken dragen elk zo’n 7,5 kilo afval: de gemiddelde wekelijkse afvalproductie per inwoner van Den Haag (Rodi, 2024). Daarmee maakt Droppie zichtbaar hoeveel ‘waarde’ men ongemerkt weggooit. Door voorbijgangers actief te laten deelnemen en het afval zelf in te laten leveren, benadrukt Droppie dat afval niet waardeloos is, maar juist een bron van bruikbare grondstoffen. Om dat gevoel te stimuleren, krijgen consumenten bij Droppie voor verschillende afvalstromen een beloning via de Droppie-app; op de openingsdag maken zij bovendien kans op leuke prijzen. Zo laat de recyclewinkel zien dat afval weer waarde krijgt wanneer je het op de juiste plek inlevert.

Recycling toegankelijk maken in een stad met nascheiding

Met vier nieuwe vestigingen aan het De Savornin Lohmanplein 24, de Fahrenheitstraat 436a, de Van Bergenstraat 39 en de Theresiastraat 147 biedt Droppie bewoners van Den Haag een laagdrempelige manier om recyclebaar materiaal in te leveren. Den Haag is een zogenoemde nascheidingsgemeente, wat betekent dat plastic, metaal en drankkartons grotendeels achteraf uit het restafval worden gehaald. Hoewel dit systeem gemak biedt, blijkt in de praktijk dat een deel van het recyclebare materiaal vervuild raakt en alsnog verloren gaat of alleen gedowncycled kan worden en niet meer gerecycled tot bijvoorbeeld voedselverpakkingen. Droppie maakt het mogelijk om deze waardevolle grondstoffen juist aan de bron schoon in te zamelen, wat de kwaliteit van recycling aanzienlijk verbetert. Zelfs platte blikjes kunnen worden ingeleverd, iets wat uniek is en bijdraagt aan een schoner straatbeeld. Zo helpt Droppie niet alleen bij betere recycling, maar ook bij het tegengaan van zwerfafval, een herkenbare uitdaging in elke grote stad.

Arjen Kapteijns, wethouder  van Den Haag, juicht de komst van de Droppie-winkels toe: "Als gemeente steunen we graag initiatieven die bijdragen aan minder afval op straat en meer bewustwording. Deze winkels laten zien dat bewust recyclen van afval haalbaar en eenvoudig is voor onze inwoners.”

Stef Traa, mede-oprichter van Droppie, licht toe: “Den Haag heeft grote duurzaamheidsambities, maar als nascheidingsgemeente gaat helaas nog veel recyclebaar materiaal verloren. Met Droppie maken we het voor Hagenaren makkelijker én belonend om grondstoffen in te leveren tijdens het boodschappenrondje. Zo wordt circulariteit onderdeel van het dagelijks leven."

Droppie bouwt aan een landelijk netwerk in de vier grote steden

Na eerdere openingen in Amsterdam en Utrecht, is Den Haag de derde grote stad waar Droppie zich vestigt. Binnenkort volgen ook winkels in Rotterdam. Daarmee zet Droppie een belangrijke stap richting een structurele oplossing voor de uitdagingen rondom recycling in stedelijke gebieden. Het doel is om dé plek te worden voor consumenten die hun duurzame levensstijl willen ondersteunen door hun lokale recyclepunten te bieden in winkelgebieden, bijvoorbeeld naast supermarkten. Zo kunnen zoveel mogelijk mensen tijdens hun standaard boodschappenrondje bij deze one-stop-recyclewinkel recyclen, pakketjes ophalen én statiegeldverpakkingen inleveren. Droppie doet dit samen met partners zoals de Stichting OPEN (Wecycle) en Statiegeld Nederland (onderdeel van Verpact), om de meest efficiënte en toegankelijke inleverlocaties te bieden. 

Hester Klein Lankhorst, voorzitter van de Raad van Bestuur van Verpact, is verheugd over de opening van de Haagse Droppie-vestigingen: “We zijn trotse samenwerkingspartner van Droppie. Want als ketenregisseur voor verpakkingsafval gelooft Verpact sterk in samenwerking en innovatie én in gemak voor de consument. De weg naar een circulaire samenleving vraagt niet alleen om goede systemen, maar ook om vernieuwers die buiten de gebaande paden durven denken. En Droppie doet precies dat, door afval zichtbaar te maken, door mensen te belonen voor goed gedrag en door het makkelijker te maken om gescheiden in te leveren, op één toegankelijke plek.”