Het verraad van de techniek*
Gastcolumn: Het verraad van de techniek*

Het verraad van de techniek*

Redactie Baaz
Bij de research voor dit artikel stuitte ik op een uitspraak waar ik als ethicus van gruwelde. Een mij onbekende ict’er, Alexander Brinkman (sorry Alexander), vroeg zich af of de gemiddelde programmeur inzicht moet hebben in ethische vragen: ‘Voor die programmeur is vooral gezond verstand belangrijk en liggen de ethische vragen waarschijnlijk meer aan de kant van het management.’

Gelukkig voor Alexander gebruikt hij in deze quote het woord ‘waarschijnlijk’, waaruit blijkt dat hij toch enigszins het ridicule van zijn uitspraak inziet. Alexander zit waarschijnlijk te veel te gamen en miste daardoor het Zembla programma op 2 oktober jl. dat aandacht besteedde aan het frauderen door Ordina met enkele aanbestedingen van de overheid tussen 2005 en 2010. Een klokkenluider verschafte ZEMBLA een usb-stick met daarop belastende bedrijfsgegevens. Een koersval was het directe gevolg van deze actie, om van verdere imagoschade maar niet te spreken. De specialist in financieel onderzoek naar ict-ondernemingen Adriaan Mey legt de oorzaak bij een verziekte bedrijfscultuur in de IT-sector en de overheid: ‘Omkoping, corruptie, aanbestedingsfraude, schenden van geheimhoudingsplicht, vragen om ‘tegenprestaties’ bij het gunnen van een opdracht; het televisieprogramma heeft de eerste contouren geschetst van strafbare fraude en bedrog bij de overheid en grote bedrijven in de IT-sector. Mannen die elkaar frauduleus de bal toespelen en concurrentie proberen uit te sluiten.’

MOREEL LASTIGE SITUATIES

Nu kun je natuurlijk, net als Alexander, zeggen: ‘Wat heb ik daar als ict’er, zzp’er of mkb’er mee te maken? Dat is het werk van de grote jongens, dat kom ik in mijn praktijk niet tegen.’ Toch word ook jij in je werk dagelijks geconfronteerd met situaties, vragen en/of dilemma’s die een antwoord op ethisch gebied vereisen. Om een paar alledaagse voorbeelden te noemen: Bouw jij je producten exact zoals je je cliënt hebt beloofd of bespaart een ‘short-cut’ je een hele hoop werk? Zijn de IT-oplossingen die jij implementeert wel voldoende bewezen en beschreven? Heb je weleens een ‘bommetje’ in programmatuur ingebouwd om betaling van een lastige cliënt te garanderen? Hoe ga je om met de auteursrechten van de verschillende programma’s die jij gebruikt? Is de privacy van collega’s, cliënten of je baas bij jou veilig? Ga je zorgvuldig om met alle vertrouwelijke bedrijfsgegevens die je voor de uitvoering van je taak als ict’er ter beschikking zijn gesteld? En hoe zit dat in relatie met je thuissituatie? Vertel je thuis nooit iets wat je op je werk hebt gezien of gehoord? Kortom, ook jij komt moreel lastige situaties tegen. Het is niet zo dat alles wat mag ook kan. Regels en voorschriften zijn vaak algemeen geformuleerd en bieden weinig houvast in situaties die vaak gevarieerder kunnen zijn. Of de ontwikkelingen gaan zo snel dat de regelgeving dat niet kan bijhouden. Er zullen altijd meer situaties zijn dan regels. Het is niet mogelijk alles van tevoren dicht te timmeren. De ethicus Henk van Luijk heeft een zeven stappenmodel ontwikkeld waarin je zowel vooraf al je de dilemma’s op je af ziet komen, als achteraf wanneer je je alsnog afvraagt of je handelswijze wel de juiste was, of op het moment zelf kunt nagaan wat ethisch de beste beslissing is. In het boekje ‘Bewustwording van integriteit: wat te doen?’ van Peter Pover in de serie Cahiers Integriteit van de Stichting Hoogland CustodeS (uitgave SDU) lees je de zeven stappen.

PERSOONLIJKE LEVENSSFEER WAARBORGEN

De grote ethische vraag van dit moment is natuurlijk: is in de huidige maatschappij de persoonlijke levenssfeer van de burger nog wel te waarborgen? Ik verwijs daarbij naar het Elektronisch Patiëntendossier, de ov-chipkaart en de slimme energiemeter. Wordt het gebruik van ‘big data’ en de daaruit verkregen informatie wel op een toelaatbare manier toegepast? Big Data hebben een dusdanige omvang en complexiteit dat daaruit business trends, aankoopgedrag, uitbraak epidemieën en verkeerscondities te signaleren zijn. Datawarehouses sorteren de door ons op zoekmachines opgevraagde informatie alvast voor. Het TNO, samen met het Privacy & Identity Lab, behoort tot een consortium die een intelligent systeem (VIRTUOSO) voor de beveiliging van de buitengrenzen van de Europese Unie bouwt. Alle politie-, justitie-, douane-, en andere overheidsdiensten van de EU-landen delen hun informatie. TNO gaat er prat op dat in dit project privacy en ethiek een gelijkwaardige plaats hebben gekregen naast technologie. Maar digitaal burgerschap brengt niet alleen zegeningen. Mij doet het voorlopig nog denken aan Orwells ‘1984’, maar dan in verhevigde vorm. Zolang de privacy niet daadwerkelijk is gegarandeerd, is de kans op misbruik door overheden, zorgverzekeraars, providers, criminelen en andere onverlaten reëel aanwezig.

Velen zijn zich nog te weinig bewust dat technologie niet neutraal is. Techniek bepaalt wat we doen, hoe we denken en hoe we leven. De invloed van ict op school, werk en samenleving is groot en daarmee dus ook de macht en de verantwoordelijkheid van ict’ers. In zijn boek ‘De machine voorbij’ schrijft filosoof Maarten Coolen over de interactie tussen mens en machine: ‘Het principe van de informatietechniek, de zelfregulering, (….) is eveneens werkzaam in de technieken die betrekking hebben op het reguleren van de omgang tussen mensen onderling en van de omgang van het individu met zichzelf.’ De door mij zeer bewonderde in 1994 overleden Franse theoloog Jacques Ellul zei in 1992 in een televisie-interview: ‘De techniek verdraagt niet dat men haar beoordeelt. Dat wil zeggen, de technici verdragen niet dat men een ethisch oordeel geeft over waar zij mee bezig zijn. En het hebben van ethische oordelen, morele oordelen, spirituele oordelen, dat was de hoogste vrijheid van de mens. Dus ik ben beroofd van mijn hoogste vrijheid. Dat wil zeggen, ik kan alles wat ik wil over de techniek zeggen, maar dat zal technici een worst wezen. Ze zullen niets veranderen aan wat ze bezig zijn te doen, aan wat ze besloten hebben te doen, waartoe zij geconditioneerd zijn te doen. Want de technicus is niet vrij; hij is geconditioneerd. Hij is geconditioneerd door zijn scholing, door zijn beroepspraktijk en het doel wat hij wilt bereiken. Hij is helemaal niet vrij in de uitoefening van de techniek, hij doet wat de techniek eist. Daarom denk ik dat er een totaal conflict is tussen de vrijheid en de techniek.’

Bij deze constatering zinkt het probleem van die vermaledijde phishingmails helemaal in het niet.

*De titel van dit stuk is de titel van het televisieinterview met Jacques Ellul (1992)

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie