Locus Ethicae
'Interesse in de behoefte van de klant is noodzakelijk voor het imago van je bedrijf.'

Locus Ethicae

Redactie Baaz
Deze keer een meer persoonlijke ontboezeming. Enige jaren geleden ben ik, tot grote ergernis en verbazing van mijn in Amsterdam wonende kinderen, verhuisd naar het oosten van het land. Ik leid daar een fantastisch ‘buitenringsleven’ omringd door bossen, landgoederen en korenvelden.

Na vijf kwartier lezen in de trein ben ik weer terug in mijn Amsterdamse huiskamer, de Sociëteit Arti et Amicitiae aan het Rokin. Voor mijn Amsterdamse kinderen telt alles wat buiten de Ring A10 ligt gewoon niet mee. Toch verbaast mij dat van hen, omdat ze allen in Groningen dan wel in Zwijndrecht geboren zijn. Overigens geldt voor veel meer Amsterdammers dat alles buiten de stad ‘de provincie’ is, bewoond door ‘boeren’. Vorig jaar schreef Marcel Möring in het NRC Handelsblad nog over dat interessante verschijnsel van Randstedelijke arrogantie.

Wat een en ander te maken heeft van bedrijfsethiek wil ik graag uitleggen. Iedere dag maak ik ’s ochtends vroeg een stevige wandeling van plusminus een uur over bospaden en onverharde wegen. Een prachtige wandeling langs eeuwenoude beukenlanen, door een coulisselandschap dat ieder seizoen weer anders is. Als je extra vroeg bent en wat geluk hebt zie je reeën, eekhoorns, spechten en andere dieren. In het kader van ‘Rood voor groen’ (een planologische regeling om te bouwen in agrarisch gebied) worden in dit gebied een tweetal landhuizen gebouwd. Met de opbrengst van de verkoop van de bouwterreinen wordt een nabijgelegen landgoed gerestaureerd. Dus vooruit maar.

Zonder geluid gaat het niet

Nu is het een bekend fenomeen dat bouwvakkers blijkbaar een onvervreemdbaar recht hebben op acht uur muziek per dag. En niet zomaar muziek, nee keiharde muziek. Ik vermoed dat dit in de bouw-cao geregeld is. Als je je kamer laat behangen, je trap of de buitenboel laat schilderen, altijd schalt Q-music, 3FM, Radio 538 uit de speakers, met onverstaanbare grappen en grollen van Gordon en soortgelijke BN’ers. Als je er van houdt is het leuk. Ook in de openbare ruimte laten de stratenmakers de passanten graag van hun muzikale voorkeur meegenieten. Welnu, een spreekwoord uit het predigitale tijdperk luidt: waar gewerkt wordt vallen spaanders. Natuurlijk, het bouwen van huizen gaat met lawaai gepaard. Stenen stapelen, ratelende betonmolens, slaande hamers, de nietende tackers. Zonder dat gaat het niet. Daar heb ik, zeker als vastgoedrechtjurist, begrip voor. Maar is het nodig dat er keiharde 538-muziek door het verstilde coulisselandschap schalt. Dat is toch niet een conditio sine qua non voor het bouwen van een huis. Een ander voorbeeld is het af- en aanscheuren van de bestelbusjes, al dan niet met springende aanhangers, van de metselaars, stukadoors, loodgieters en andere bouwvakkers op de onverharde zandweg. Met mij, als eenzame wandelaar, wordt weinig rekening gehouden. Natuurlijk ik begrijp het, ‘time is money’. ’s Morgens op tijd op je werk en ’s avonds op tijd bij moeder de vrouw aan de warme maaltijd.

Waar het mij om gaat is het volgende. Zou de locatie waar je werkt nu niet bepalend moeten zijn voor je gedrag en/of handelwijze. De ‘Locus Ethicae’. Als je in de tuin van het Paleis Noordeinde in Den Haag werkt, gedraag je je anders dan op de Prins Bernhard-rotonde in Amsterdam. Aannemers zijn voor hun succes afhankelijk van een goede reputatie bij het publiek: als aannemer krijg je meer opdrachten naarmate cliënten/opdrachtgevers meer tevreden zijn over niet alleen de opgeleverde werken, maar ook de gebruikte materialen, goed opgeleid personeel en correcte contacten. In mijn voorbeeld kan ik niet oordelen over de geleverde kwaliteit van de bouwwerken, maar in de beeldvorming heeft het aannemingsbedrijf schade opgelopen (imagoschade). Je kunt als ondernemer nog zoveel tijd, energie en geld investeren in een goede naamsbekendheid; imagoschade kan dat in no-time tenietdoen. Het spreekwoord luidt: ‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.’

Dienstbare economie

De Amerikaanse filosoof/ econoom Marvin T. Brown heeft de economie beschreven als ‘dienstbare economie’. Een dienstbare economie begint met de vraag wat je voor een ander kunt betekenen. Dat betekent niet dat er geen geld verdiend mag worden. Ik wil daar alleen maar mee zeggen dat ethiek niet buiten de economie staat. Maatschappelijk verantwoord ondernemen staat niet buiten de corebusiness van het bedrijfsleven.

Over dienstbaar gesproken. Minstens zo irritant als de bouwvakkersmuziek op mijn ochtendwandeling vind ik de muziek (muzak) in allerlei middenstandswinkels, supermarkten, cafés en restaurants. In de Sinterklaas- en Kerstperiode word je zelfs op de openbare weg vaak vergast op galmende luidsprekers. Op het verzoek aan het personeel of de muziek wat zachter mag wordt vaak meewarig gereageerd. Ik begrijp dat het leuk is als je de hele dag in zo’n winkel moet staan om je eigen muziek te horen en dan liefst nog iets harder dan thuis. Maar muziek in winkels is in de eerste plaats bedoeld voor de klanten. Daaraan moet je dienstbaar zijn. Toch? Of denkt men in retailland nog steeds dat mensen meer kopen met zoveel lawaai of zijn ze bang voor de stilte van een (lege) winkel? Langdurig onderzoek toont echter aan dat achtergrondmuziek in winkels een averechts effect op het winkelend publiek heeft. Zouden jongeren nu echt liever kopen bij zaken met keiharde muziek?

Geluid en tijd zijn dominant aanwezig in onze maatschappij. ‘Druk, druk, druk’ zijn gevleugelde woorden geworden. Leegte, rust en nietsdoen zijn geen positieve begrippen meer, maar jagen de mensen op naar meer drukte, meer lawaai en meer activiteit. De filosofe en romanschrijfster Joke Hermsen heeft daar een prachtig boek over geschreven: “Stil de tijd”. Aansluitend bij de filosofen Kant, Bergson, Bloch, Heidegger, Sloterdijk en Levinas ontvouwt zij haar visie op het fenomeen tijd, met als opvallend kenmerk het verschil tussen ‘kloktijd’ en ’innerlijke tijd’. Zij onderzoekt het belang van rust, verveling, aandacht en wachten. Dat zijn ervaringen die van oudsher leiden tot denken en creativiteit. Moet je daar vandaag de dag om komen!

Uitstraling of reputatie?

Zelfs al zou alleen maar ‘winst’ je uitgangspunt als ondernemer zijn en heb je geen boodschap aan al dat ‘maatschappelijk dienstbaar’ geneuzel dan nog is het zo dat bedrijven hun bestaansrecht ontlenen hun klanten en opdrachtgevers. En de vraag is dus: wat wil die klant? Werkelijke interesse in de behoefte van de klant is noodzakelijk voor het imago van je bedrijf. Niet alleen de ‘uitstraling’, maar juist de ‘reputatie’ van je bedrijf is belangrijk. De uitstraling (herkenbaarheid) bepaal je als ondernemer zelf, maar voor wat betreft de reputatie (vertrouwensrelatie) ben je echt alleen afhankelijk van het oordeel van de klant. De klant moet zich gehoord weten. Als klanten je graag aanbevelen krijg je ‘zomaar’ werk toegeschoven. Daar kan geen acquisitie tegenop. De klanten willen dat je hun probleem oplost. Je maakt waar wat je belooft. Elke opdrachtgever die tevreden is, zal je voor een volgende klus weer vragen en met liefde bij anderen aanbevelen. Je kunt je pas onderscheiden van andere ondernemers als al je communicatieuitingen, je werkprocessen, je klantbenadering en het gedrag van medewerkers met elkaar in harmonie is. En ‘een harmonische situatie’ heeft weer te maken met ‘rust en ruimte’. De cirkel van de ‘Locus Ethicae’ (plaats van ethiek) is weer rond.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie