KVK Signaleert – Hoe de winkelstraat het laatste decennium veranderde
In tien jaar veranderde de winkelstraat enorm. Speelgoedwinkels, platen- of cd-winkels en ook kleding- en schoenenwinkels namen af. In de plaats daarvan zien we steeds meer foodwinkels gespecialiseerd in bijvoorbeeld kaas of koffie in het straatbeeld verschijnen. Ook het aantal winkels in tweedehands kleding kent een ongekende groei.
Maandelijks bericht KVK over een opmerkelijk fenomeen uit de data van het Handelsregister. Het afgelopen jaar publiceerden we over heel jonge ondernemers, ondernemers op leeftijd, maar ook over diverse deelsectoren waar we bijzondere groei of krimp zagen. Het aantal chocoladewinkels groeide, maar ook het aantal diëtisten. Er waren meer kapsalons en foodtrucks terwijl het aantal kermisondernemers afnam.
Naast deze verschuivingen zagen we de laatste jaren een enorme opkomst van webwinkels. Vooral tijdens de coronaperiode was de groei explosief. Inmiddels is de grootste groei van online wel voorbij en rest de vraag: Hoe is het met de winkelstraat? Waarvoor gaan nog de deur uit of bestellen we tegenwoordig alles vanachter het vertrouwde toetsenbord?
Stijgers
Nadere analyse van de cijfers over de detailhandel laat zien dat het type winkel waar we tegenwoordig graag komen de afgelopen tien jaar grondig is veranderd. Gingen we in 2013 naar ‘de stad’ voor nieuwe kleding, schoenen en speelgoed, tegenwoordig gaan we graag culinair winkelen: vooral delicatessenwinkels, toko’s of winkels gespecialiseerd in kaas, koffie en thee kennen een grote groei. KVK bracht met een nadere analyse de winkelstraat in beeld. Welke winkels kenden groei de laatste tien jaar en welke winkels verdwenen langzaam uit het straatbeeld? Brancheorganisaties INretail en Het Vakcentrum keken mee.
Bij de stijgers valt op dat de helft van de top tien bestaat uit food, te weten winkels in wild en gevogelte (+17%); winkels in brood en banket (+23%); winkels in buitenlandse voedingsmiddelen waaronder toko’s (+35%) en winkels in kaas (+41%). Grootste stijger is de restcategorie winkels in overige voedings- en genotmiddelen (+48%). Een deel van de verklaring ligt ongetwijfeld in de periode 2020-2022 toen tijdens de verschillende lock downs veel mensen meer te besteden hadden aan eten en drinken door het wegvallen van de horeca. Ook de druk die de maatregelen hadden op het midden- en kleinbedrijf lijkt bijgedragen te hebben aan de groei van de voedingsspeciaalzaak.
Het Vakcentrum, de brancheorganisatie voor zelfstandig retailondernemers herkent de ontwikkelingen: “In coronatijd heeft de consument zich thuis verwend. De horeca was immers gesloten. Er was bovendien meer tijd (door het thuiswerken) en aandacht voor de dagelijkse maaltijd. Ook feestjes werden thuis gevierd. Daardoor heeft de consument nieuwe ervaringen opgedaan die nu nog worden doorgezet.”
Andere stijgers zijn winkels met een algemeen non-food-assortiment (+24%); winkels in houten bouw- en tuinmaterialen (+20); keukenwinkels (+19%) en fietsenwinkels (+16%). Grootste stijger in de non-food zijn winkels in tweedehands kleding. Deze categorie groeide de afgelopen tien jaar met 27%.
Brancheorganisatie INretail herkent de trend die schuilgaat achter deze cijfers, met name als het gaat om winkels met een non-food-assortiment, bouw- en tuinmaterialen en keukenwinkels: “Thuis klussen, de tuin aanpakken werd in korte tijd erg populair tijdens de verschillende lock downs. Er ontstond een brede behoefte aan het vergroenen van de directe woonomgeving.”
Dalers
Bij de sterkste dalers zien we winkels in kranten, tijdschriften en kantoorbehoeften, winkels in schilderijen, lijsten, prenten, kunstvoorwerpen en religieuze artikelen, winkels in modeartikelen én winkels in glas-, porcelein- en aardewerk. In de laatste tien jaar nam het percentage winkels in deze categorieën met 36 tot 37% af. Speelgoedwinkels en winkels in huishoudelijke artikelen namen zelfs af met 40%. Winkels in baby- en kinderkleding en schoenenwinkels daalden met respectievelijk 42 en 43%.
Het Vakcentrum wijst daarbij op het verdwijnen van enkele ketens, waaronder Bart Smit. “Inmiddels zien we dat het aantal speelgoedwinkels weer licht stijgt onder andere doordat ‘witte vlekken’ dorpen en steden waar geen speelgoedwinkels meer zit, worden ingevuld.”
De grootste daling komt voor rekening van winkels in fotografische artikelen en winkels in audio- en video-opnamen, respectievelijk -50% en -55%. Niet vreemd aangezien de telefoon de rol van de camera voor veel mensen heeft overgenomen en de tijd dat we voor nieuwe muziek naar de winkel moesten inmiddels al even achter ons ligt.
Kanttekening
Op basis van deze ontwikkelingen lijkt de food-detailhandel een mooie toekomst tegemoet te gaan. Anderzijds kan de hoge inflatie consumenten juist weer meer richting de supermarkt doen bewegen en de bestedingen onder druk zetten. Het is dus maar zeer de vraag of de sterke groei van het aantal foodspeciaalzaken doorzet.