Publieke sector verslaat bedrijven op loonontwikkeling
Werknemers in de publieke sector hebben de afgelopen jaren geprofiteerd van sterkere loonstijgingen dan hun collega’s in het bedrijfsleven, zo blijkt uit een analyse van Highberg.
In veel gevallen ligt het salaris in de publieke sector inmiddels zelfs hoger, zeker wanneer wordt gecorrigeerd voor het aantal werkuren per jaar en vakantiedagen. Zo hanteert de Cao Rijk een 36-urige werkweek, terwijl in de private sector doorgaans 40 uur per week wordt gewerkt. Omgerekend blijkt het salarisperspectief in de publieke sector gemiddeld gunstiger dan dat van veel private werkgevers.
Cao loont — en dat voelen bedrijven
Volgens Highberg en het CBS stegen salarissen in cao-sectoren in 2025 gemiddeld met 5,3%. Bedrijven die werken met een AVR kwamen niet verder dan 3,0%. Over een periode van vier jaar bedraagt de totale stijging in cao-omgevingen 23%, tegenover 13% bij AVR's. Dat verschil wordt steeds moeilijker te compenseren, zeker nu inflatie, krapte en prestatiebeloning extra druk uitoefenen op loonkosten.
Werkgevers raken marge en flexibiliteit kwijt
De loonkloof betekent meer dan alleen hogere kosten. Ondernemers zitten klem: veel mkb-bedrijven hebben onvoldoende marge om loonkostenstijgingen door te berekenen in prijs of productiviteit. Dat maakt het lastig om bij te blijven met cao-georganiseerde werkgevers of overheidsinstellingen, waar de loonontwikkeling wél op collectief niveau wordt geregeld.
Ook bedrijven mét cao worstelen. Onderhandelingen met vakbonden verlopen moeizaam; er wordt vaak meer gevraagd dan realistisch of haalbaar is. Tegelijkertijd verwachten medewerkers groei — zeker nu inflatie van 2022 nog voelbaar is. Bij AVR-bedrijven bedraagt het koopkrachtverlies gemiddeld nog altijd 10%.
Grote verschillen in beloningssystematiek
Highberg maakt onderscheid tussen twee beloningsmodellen: bedrijven met een collectieve én individuele salarisverhoging, en bedrijven die werken met een ‘all-in’ verhoging. Die laatste groep (22% van de onderzochte organisaties) verhoogde in 2025 de praktijksalarissen met gemiddeld 3,7% (mediaan). Bedrijven met aparte verhogingen kwamen uit op een mediaan van 5,7%. Ook hier wordt duidelijk dat structureel beloningsbeleid verschil maakt — zowel in kosten als in aantrekkelijkheid.
Individuele groei wordt bovendien beïnvloed door leeftijdsopbouw en doorgroeimogelijkheden. Bedrijven met jonge medewerkers hebben meer druk op doorgroei. In organisaties waar medewerkers hun maximale schaal al bereikt hebben, is er minder ruimte voor prestatiegebaseerde verhoging.
Lagere functies stijgen het snelst — maar de top blijft achter
Volgens consultant Emmy Kooloos van Highberg ligt de publieke sector inmiddels voor op het bedrijfsleven — al geldt dat vooral voor functies in lagere loonschalen. Hogere functies blijven achter, onder meer door de Wet normering topinkomens (WNT). De impact op de arbeidsmarkt is echter significant: accountantskantoren zien bijvoorbeeld hoe jonge fiscalisten overstappen naar de Belastingdienst, waar de cao van het Rijk geldt.
Publieke sector voorop in loonontwikkeling - nu nog
De loonontwikkeling in de publieke sector overtreft die van veel private werkgevers en zet daarmee het concurrentievermogen van bedrijven, vooral in het mkb, onder druk. Cao’s bieden medewerkers niet alleen hogere salarissen, maar ook meer zekerheid en een aantrekkelijker totaalpakket. Voor ondernemers betekent dit dat het tijd is om hun arbeidsvoorwaarden opnieuw tegen het licht te houden. Wie concurrerend wil blijven op de arbeidsmarkt, moet strategisch investeren in beloningsbeleid, ontwikkelmogelijkheden en werkgeversmerk — met of zonder cao. De komende jaren zullen beslissend zijn voor wie toptalent wil aantrekken én behouden.