Bedrijfsleven wil bezuinigingen op migratie en ambtenaren
Het Nederlandse bedrijfsleven wil dat een nieuwe regering prioriteit geeft aan bezuinigingen op migratie, ambtenarensalarissen en ontwikkelingssamenwerking. Dat blijkt uit een onderzoek van Nextens onder ondernemers met personeel en financieel managers. De uitkomsten laten zien waar bedrijven volgens hen ruimte zien om overheidsuitgaven terug te dringen.
Migratie en ambtenaren bovenaan de lijst
Van de respondenten vindt 42 procent dat bezuinigingen op migratie, asielopvang en integratie de hoogste prioriteit moeten krijgen. Die discussie speelt al langer, mede door zorgen over de omvang en impact van arbeidsmigratie. Eerder bleek al uit onderzoek hoe groot de rol van arbeidsmigratie daadwerkelijk is in Nederland: Echte schaal arbeidsmigratie in Nederland onthuld.
Ambtenarensalarissen en overheidspersoneel volgen met 30 procent. Ontwikkelingssamenwerking staat met 28 procent op de derde plaats.
Andere voorgestelde bezuinigingen richten zich op klimaat- en stikstofbeleid en op belastingvoordelen voor vermogenden en kapitaal. Minder steun is er voor het schrappen van de hypotheekrenteaftrek en voor bezuinigingen op cultuur en de publieke omroep. Dat wijst erop dat ondernemers vooral kijken naar beleidsterreinen die volgens hen directe kosten veroorzaken voor bedrijven en de rijksfinanciën.
Weinig steun voor ingrepen in zorg en onderwijs
Respondenten geven aan dat grote uitgavenposten niet als eerste in aanmerking komen voor bezuinigingen. Sociale zekerheid, zorg en onderwijs blijven grotendeels buiten schot.
Volgens cijfers over de overheidsuitgaven en het begrotingstekort vormen deze posten juist de grootste onderdelen van de rijksbegroting. De totale rijksuitgaven voor 2026 worden geraamd op circa 486 miljard euro, wat neerkomt op ongeveer 48 procent van het bruto binnenlands product. Het begrotingstekort wordt geschat op ongeveer 2,9 procent van het bbp.
Verschillen tussen mannen, vrouwen en opleidingsniveaus
Het onderzoek laat duidelijke verschillen zien tussen groepen. Mannen zijn vaker voorstander van bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en klimaatbeleid. Vrouwen geven relatief vaker aan dat ambtenarensalarissen omlaag kunnen en steunen vaker het verminderen van fiscale steun voor bedrijven.
Ook opleidingsniveau speelt een rol. Hoger opgeleiden steunen bezuinigingen op migratie minder vaak dan lager opgeleiden. Dat beeld sluit aan bij eerdere analyses over de positie van nieuwkomers op de arbeidsmarkt, waaruit blijkt dat de arbeidsparticipatie van nieuwkomers toeneemt: Arbeidsdeelname nieuwkomers stijgt in 2025.
Politieke voorkeur speelt grote rol
Politieke voorkeur blijkt sterk samen te hangen met de gewenste bezuinigingen. Stemmers op rechtse partijen zoals PVV, BBB, FvD en JA21 tonen de meeste steun voor het beperken van uitgaven aan migratie en asiel. VVD- en CDA-stemmers volgen op enige afstand. De steun is aanzienlijk lager onder kiezers van D66 en GroenLinks PvdA.
Vergelijkbare verhoudingen zijn zichtbaar bij bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking. Voor het schrappen van de hypotheekrenteaftrek bestaat juist weinig draagvlak, vooral bij rechtse partijen. Richting het politieke midden en links neemt de steun hiervoor toe.
Fiscale regelingen blijven grotendeels buiten schot
Opvallend is dat slechts een klein deel van de respondenten wil bezuinigen op subsidies en fiscale regelingen. Dat terwijl deze regelingen vaak worden genoemd als bron van complexiteit en regeldruk binnen het belastingstelsel. Eerder liet het bedrijfsleven al weten vooral minder regeldruk en lagere arbeidskosten te willen: Nederlands bedrijfsleven wil aanpak regeldruk, arbeidskosten en verduurzaming.
Het totale budgettaire belang van fiscale regelingen loopt richting 2026 op tot een omvang die vergelijkbaar is met de grootste uitgavenposten van de overheid.
Conclusie
Het bedrijfsleven pleit vooral voor bezuinigingen op migratie en integratie, ambtenarensalarissen en ontwikkelingssamenwerking. Grote uitgavenposten zoals zorg, sociale zekerheid en onderwijs blijven grotendeels buiten schot. De verschillen tussen respondenten laten zien dat geslacht, opleidingsniveau en politieke voorkeur een duidelijke rol spelen in hoe ondernemers kijken naar de vraag waar de overheid moet ingrijpen.