Mens, ga toch gamen!
Telefoons zijn uit de klas verbannen. Ouders maken zich zorgen over schermtijd, verslaving en sociale isolatie. Tegen die stroom in laat Nils Vermeire met zijn boek Ga toch gamen een verfrissend en positief geluid horen: gamen is niet alleen leuk maar ook gezond. Het maakt kinderen slimmer en socialer. Bovendien biedt gamen een unieke kans voor ouders en kinderen om elkaar beter te leren kennen. Geen opvoedboek vol verboden, maar een persoonlijke, inspirerende gids voor iedereen die de gamewereld wil begrijpen en benutten.
Nils Vermeire is zelf gamer van kinds af aan en vader van drie kinderen. Hij heeft een even confronterende als hoopvolle boodschap: met verhalen uit zijn eigen gezin, inzichten uit de podcast Ga Toch Gamen en talloze anekdotes van experts laat Vermeire zien dat gamen geen gevaar hoeft te zijn, maar dat het een manier kan zijn om samen te groeien. Vermeire: ‘Als jij niet nieuwsgierig bent naar hun wereld, sluit je ook jezelf buiten.’
Meer dan een spel
Nils Vermeire (1972) is gezins- en jongerencoach, gespecialiseerd in gaming en sociale media. Gamen zorgt volgens hem niet voor isolatie, maar is juist een kans om samen te lachen, falen en leren. ‘Gamen drijft gezinnen niet uit elkaar – tenzij jij blijft doen alsof gamen geen deel van het leven is.’ Die houding vraagt van ouders dat ze niet alleen willen controleren, maar ook willen meedoen.
In zijn boek citeert Vermeire meerdere gasten uit zijn podcast, zoals Robert Wils, vader van top-esporter Mike ‘Furuy’ Wils, die zegt: ‘Toon interesse en vraag aan je kind: waar ben je mee bezig?’ Die nieuwsgierigheid opent een wereld vol creativiteit, samenwerking en onverwachte talenten.
Gamen als les in vertrouwen
In het boek kunnen ouders lezen hoe gamen kinderen helpt om vaardigheden te ontwikkelen, van tijdmanagement tot probleemoplossend denken. Hassan Tasdemir, directeur van het Nationaal Videogame Museum, vat het treffend samen: ‘Er zijn allerlei redenen te verzinnen om gamen af te keuren. Maar er zijn veel meer redenen om het goed te keuren.’
Vermeire gaat niet voorbij aan de zorgen van ouders. Hij erkent bijvoorbeeld dat schermtijd een discussiepunt kan zijn, maar laat zien dat het belangrijker is om het gesprek daarover open te voeren. ‘Vraag je kind of het even tijd voor je heeft. Vraag of jullie kunnen praten over schermgebruik. Zoals mijn zoon Luka zegt: praat niet tegen je kind maar met je kind.’ Het boek geeft daarmee niet alleen inzicht in de wereld van games, maar ook in hoe je als ouder kunt groeien in de relatie met je kind.
Van angst naar verbinding
In Ga toch gamen lezen ouders hoe gamen kids kan helpen om te ontspannen, nieuwe vriendschappen te sluiten en zelfs talenten te ontdekken die kinderen in andere situaties niet zouden ontwikkelen. Buddy, recruiter bij Defensie en een van de stemmen in het boek, legt uit hoe belangrijk gamen voor hem was en is: ‘Gamen gaf mij rust. In de gamewereld kon ik gewoon even mijn problemen vergeten.’ Vermeire breekt met de hardnekkige overtuiging dat gamen per definitie slecht zou zijn. Hij pleit voor nuance en begrip. Zoals hij schrijft: ‘Het gaat er niet om dat je kind nooit meer gamet. Het gaat erom dat je samen ontdekt wat het spel kan betekenen en dat je grenzen stelt die bij jullie passen.’
Praktisch en hoopvol
Ga toch gamen biedt geen pasklare regels of strenge voorschriften. Het is een uitnodiging om nieuwsgierig te blijven, samen te spelen en het gesprek aan te gaan. Voor ouders die willen begrijpen wat hun kinderen bezighoudt. Voor leerkrachten en hulpverleners die willen weten wat er achter de schermen speelt. En voor iedereen die gelooft dat opvoeden draait om vertrouwen en nieuwsgierigheid.
Ga toch gamen is vanaf 5 juli verkrijgbaar in de boekhandel en online. Adviesprijs: € 20,00.