Nederlandse designstadsfiets gaat global

Redactie Baaz
'We willen de wereld aan het fietsen krijgen. Dat hoeft niet per se op een Vanmoof, maar we willen wel dat mensen fietsen', aldus Jasmijn Rijcken, general manager bij Vanmoof. In mei 2009 lanceerde Nederlandse fietsenmerk Vanmoof zijn allereerste aluminium stadsfiets.

Amper anderhalf jaar later is een echte 'Vanmoof' verkrijgbaar op 250 verkooppunten in 26 landen. Niet gek voor een product in een markt waarvan velen dachten dat er weinig te vernieuwen zou zijn.

Natuurlijk is de Vanmoof een fantastische fiets, vindt Jasmijn Rijcken, die nauw aansluit bij de behoeftes van stedelingen wereldwijd. Zo zijn alle modellen stevig, veilig en – volgens velen – mooi. Alle overbodige ballast die normaal aan een fiets hangt, is verwijderd en in een dikke buis gestopt, als onderdeel van het frame.

De belichting is eveneens verwerkt in het frame en werkt op zonne-energie. In donkere dagen is het mogelijk om het fietslicht via een usb-poort op te laden. De fiets weegt verder 13 kilo, een relatief laag gewicht voor een stadfiets. Het slot van de fiets is zo sterk dat je er zeker tien dikke varkens aan kunt hangen.

Tien varkens? Jasmijn Rijcken: 'Ja, dat staat ook geïllustreerd in de technische handleiding die je krijgt bij de aanschaf van een fiets. Mensen vroegen steeds aan mij: “Maar hoe sterk is het slot van de fiets dan?” Nu, zo sterk dus.'

Global

Bij de lancering van het merk in 2009 ging Vanmoof direct global. Rijcken: 'Wereldwijd in steden weliswaar, want we richten ons niet op de gebieden daarbuiten.' Het vizier werd ook gericht op Japan, een land waar het stimuleren van de fiets inmiddels tot het overheidsbeleid behoort.

'Voor de Japanse markt hebben we de fiets iets aangepast. Zo is de fiets kleiner. Daarbij willen Japanners graag hun fiets aan kunnen passen, customizen. Sommige delen kunnen ze dus vervangen. Op onze Facebook-pagina is nu een discussie gaande tussen een Japanner en een Amerikaan over de verschillende kleuren waarin je spatborden kunt spuiten. Vervolgens wisselen ze foto's uit. Dat vind ik leuk. Die foto's hang ik op het prikbord.'

iPod

Andere culturele verschillen? 'Japanners vinden het leuk om met een iPod aan het stuur rond te fietsen. Daar hebben we dan ook iets voor. Nederlanders vinden dat niet leuk. Die stoppen hun telefoon gewoon in hun zak.'

In Amerika is fietsen bijna een subcultuur, net als skaten. Fietsfabrikanten spelen daar op in door bij de aankoop van een fiets ook een pakket spullen aan te bieden zoals een legging en bidons die je om je buik kunt binden. Speelt Vanmoof daar ook op in? Rijcken: 'Dat doen wij juist niet. Onze boodschap is dat fietsen niet moeilijk is. Je hebt er geen speciale kleding voor nodig. Het is een relatief eenvoudige keuze om te gaan fietsen. Als het regent, pak je een taxi. Als het mooi weer is, dan pak je de fiets.'

Vanmoof startte in het voorjaar 2009 met vijf medewerkers. Inmiddels zijn er 22 mensen in vaste dienst en werken er in de wereld tientallen freelancers voor het Nederlandse bedrijf, bijvoorbeeld als ambassadeur.

Winstgevend is de onderneming nog niet. Rijcken: 'Al ons geld gaat op aan onderzoek en ontwikkeling. We richten ons op de lange termijn.' Aan ambities ontbreekt het niet. 'We willen graag dat alle stedelingen op aarde de fiets pakken. En wij bieden graag het platform om dat te doen.'

Beeld: Anthony Donner

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie