Duurzaam ondernemen is een pleonasme geworden

Duurzaam ondernemen is een pleonasme geworden

Redactie Baaz
De KPN is groen, de slager is groen, de NS rijden CO2-neutraal, het GVB rijdt op aardgas (als dat nog een aanbeveling is), mijn buurman elektrisch, de groenteboer is bio, zelfs Aldi sluit inmiddels de vriesvakken af en als we vliegen plant de vliegtuigmaatschappij een boom.

Gek word ik er van. Al die concerns, bedrijven, bedrijfjes en ZZP'ers die reclame maken voor zichzelf om aan te geven hoe goed ze omgaan met het milieu. Ondernemers, dat weten we nu wel!

Duurzaam ondernemen is geen USP (Unique Selling Point) meer. Ondernemen kán vandaag de dag alleen maar duurzaam. Natuurlijk, ik weet ook wel dat er nog heel wat te winnen valt op milieugebied. Maar iedereen die onderneemt zonder rekening te houden met onze leefomgeving (in welke zin dan ook) verdient het predicaat ‘ondernemer’ niet meer. 

Sterker nog, als je niet duurzaam onderneemt ben je een asociale kapitalist. Dus stoppen met die onzinnige reclames en ga gewoon aan het werk op basis van je maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Mijn (stief )dochter Sanne Ruhaak (docente Nederlands/publiciste) schreef deze zomer een blog over de Nederlandse Spoorwegen, omdat de NS haar nieuwe plan om klanten voortaan met ‘beste reiziger’ aan te spreken in plaats van met ‘dames en heren’ met veel poeha lanceerde. 

Het feit dat de NS zich zo erg op de borst klopte, dat zij als eerste openbaar vervoerder genderneutrale aankondigingen deed, was voor Sanne aanleiding te constateren dat de NS een strenge stiefvader nodig had. Nooit geweten dat ik dat ben geweest. 

Zij schreef: 'Een man met een opgeheven vinger die elke blijk van valse morele intenties om zeep helpt. Ik was een jaar of vijftien toen mijn voorgestelde intenties genadeloos sneuvelden. Het was bijna kerst en in een opwelling stak ik de straatkrantverkoper een geeltje toe. Het krantje mocht hij houden, daar was het mij niet om te doen. Vervuld van mijn eigen goedheid fietste ik naar huis. Het simpele rijtjeshuis was met de komst van mijn stiefvader dan wel ingeruild voor een decadente Gooische villa, maar van maatschappelijke onverschilligheid kon je mij niet betichten. Integendeel. Ik had bijgedragen aan het levensgeluk van een individu en tegelijkertijd de ongelijkheid in de samenleving verkleind.'

Ik schijn toen bij haar thuiskomst gezegd te hebben: 'Goede actie, die je zojuist hebt ontdaan van alle waarde. Dat je het nodig vindt vol trots te verslag te doen van jouw goede daad, bewijst dat je het in eerste plaats voor jezelf hebt gedaan.'

Ordinaire opschepper

En zo was ze, nog voordat ze haar jas op de kapstok had gegooid, van geëngageerde burger verworden tot een ordinaire opschepper (haar eigen woorden). Ze schaamde zich diep, vertelde ze later. Sindsdien kan ze geen enkele straatkrantverkoper een broodje of sapje aanbieden zonder mijn stem te horen: 'je doet het voor hem, niet voor jezelf en waag het niet hier later in het café over op te scheppen.' 

Die woorden associeerde zij met het bericht van de NS: moraliteit mag geen marketingtruc zijn. Als het de NS echt te doen is om de acceptatie van LGBTQIA+’ers, hadden ze de maatregel wel stilzwijgend ingevoerd: 'Maar hoe de NS LGBTQIA+’ers gebruikt om aan populariteit te winnen en bovendien een serieus debat bezoedelt, gaat mij een spoorbrug te ver.  Jammer dat de NS, zelf een product van huwelijksleed en vechtscheidingen, nooit een stiefvader heeft gekend', aldus mijn (stief )dochter. 

Niet praten over je goede daden De wijsheid, niet op te scheppen over je goede werken, heb ik uiteraard niet van mezelf, maar is nog een ressentiment uit mijn (licht) joods/christelijke achtergrond. Ik verwijs voor de kenners onder u naar Mattheüs 6:1-18 waarin onder andere staat: 'Let erop dat u uw goede werken niet doet om bij de mensen op te vallen' en 'wanneer u een arme iets geeft, bazuin het dan niet rond. Dat doen de huichelaars. Het gaat hen erom iedereen in de synagoge en op straat te laten zien hoe goed zij zijn. Zij willen door de mensen geprezen worden.' 

Voor mijn seculiere lezers kan ik verwijzen naar filosofen en dichters. Bijvoorbeeld Seneca die gezegd heeft dat 'als er geen getuigen bij zijn, er slechts weinig mensen in staat zijn tot goede daden.' Of Blaise Pascal die meent dat ‘schone’ daden, die in 't verborgen geschieden, de achtenswaardigste zijn. 'Behoor niet tot degenen die voor hun daden slechts beloning zoeken' (Vyasa (Hindisch dichter 3e v. Chr)). Tenslotte Leopold Schefer (Duits dichter 1784-1962): 'Verlangt gij voor goede daden loon, dan verlaagt gij u tot dienaar.' 

Kortom, ethisch is het duidelijk: niet praten over je goede daden. Dat adagium geldt evenzeer in het privéleven als in de zakenwereld.

Serieus aan het werk

Ik ben de afgelopen jaren in mijn Baaz-columns regelmatig uitgebreid ingegaan op de diverse aspecten van ‘groen’ ondernemen. Een zeer bescheiden bijdrage mijnerzijds, want intussen zijn er bibliotheken over volgeschreven, worden er tot op de dag van vandaag wekelijks symposia, workshops en webinars georganiseerd en vliegen er dagelijks honderden milieuexperts de wereld over om te congresseren over het milieu. Dus theoretisch weten we het wel, nu nog de goede kant op in de praktijk. De praktische uitvoering schiet vaak tekort. Winst op korte termijn, gemakzucht en angst voor concurrentie belemmeren ons.

Ik vind het niet interessant nog langer columns te schrijven over iets wat zo vanzelfsprekend is geworden als duurzaam ondernemen en de zorg voor het milieu. Wie leest ze nog? Aan de titel kun je al aflezen dat je de inhoud wel weet. Papierverspilling. Laten we met al onze inzichten in het milieu, zonder ons op de borst te kloppen, eindelijk eens serieus aan het werk gaan tot het behoud van de aarde voor onze (stief)kinderen.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie