Automotive-industrie moet voor innovatie aansluiten bij het H2020-programma

Automotive-industrie moet voor innovatie aansluiten bij het H2020-programma

Redactie Baaz
De EU biedt grootschalige mogelijkheden voor innovatie, maar dit is geen gemakkelijke weg. Toch is het voor de Nederlandse automotive-sector de beste route naar een gezonde toekomst. Sterker nog, Horizon2020 is een uitgelezen kans voor de Nederlandse automotive-sector om zich, met haar innovatie producten en diensten, internationaal op de kaart te zetten.

Dit is een gastbijdrage van Wolter Kersbergen, automotive-expert van PNO Consultants.

Wat veel ondernemers en onderzoeksinstellingen niet weten, is dat Europese financieringsvormen naast geld ook positieve neveneffecten hebben. Wie de Europese middelen goed weet in te zetten, kan profiteren van de EU. Nu het Zevende Kaderprogramma van de Europese Commissie (FP7) ten einde loopt kan de balans voor de automotive-sector in Nederland worden opgemaakt.

De deelname van de Nederlandse automotive-sector aan EU projecten blijkt zeer beperkt te zijn. De Nederlandse automotive-sector wil internationaal toonaangevend zijn, maar in slechts iets meer dan vijftig automotive-gerelateerde projecten speelde Nederlandse automotive organisaties een rol. Bij een kwart van deze projecten ging het bovendien om deelname door TNO. In nog geen tien procent van de Green Cars collaboratieve onderzoek- en ontwikkelingsprojecten speelde een Nederlandse partij een rol, terwijl er in Nederland juist veel kennis en kunde is. Met het Horizon 2020 programma (2014-2020) zal dit moeten veranderen, tenminste als men daadwerkelijk internationaal toonaangevend wil zijn.

70 miljard euro

De EU biedt grootschalige mogelijkheden voor innovatie, maar dit is geen gemakkelijke route en het gaat niet vanzelf. Nieuwe kennis en Europese samenwerkingspartners zijn vaak lastige te vinden. Tegelijkertijd is juist voor innovatieve bedrijven samenwerking met kennisinstellingen en andere bedrijven van levensbelang. Binnen het H2020 programma komt er ongeveer 70 miljard euro beschikbaar voor onderzoek en ontwikkeling. Daarbij is een duidelijke trendbreuk zichtbaar met het oude FP7 programma waar de focus lag op onderzoek. Vooral universiteiten en kennisinstellingen hebben hiervan geprofiteerd. H2020 is meer gericht op bottom-up projecten. Dit schept kansen en banen voor het Nederlandse bedrijfsleven en specifiek voor het MKB. We zullen wel een meer proactieve houding moeten aannemen.

Doelen

Een nieuw Europees MKB-instrument zal technologie en innovatie in sector-overschrijdende en interdisciplinaire MKB-projecten financieren. Met dit instrument is de drempel voor MKB deelname in EU projecten grotendeels weggenomen. Een snelle doorlooptijd en tijdshorizon en het mogelijk maken van projecten zonder partners vergemakkelijken de stap voor het Nederlandse MKB naar Europese projecten. Belangrijk daarbij is om te beseffen dat EU-subsidies nooit alleen voor geld mogen worden ingezet. Deelnemers van EU-projecten kijken meestal naar ‘hogere’ doelen zoals het vergroten van hun Europese netwerk, de zichtbaarheid in de markt of het beïnvloeden van beleid en regelgeving. MKB dat deelneemt aan een EU-project krijgt toegang tot een enorm kennispotentieel. Zo draagt deelname aan een EU-project bij aan het vergroten van het concurrentievoordeel. Dit zijn doelen die naadloos aansluiten op die van de automotive-sector in Nederland.”

Volop kansen

Binnen H2020 is een grotere rol weggelegd voor de industrie, zowel in de uitvoering als bij het bepalen van de onderzoeks- en ontwikkelingsprioriteiten. Voor elektrisch rijden in de breedste zin van het woord, van vrachtwagen tot 2-wieler, is dit georganiseerd via het European Green Cars Initiative (EGCI). Hun meerjarige roadmap vormt de basis voor de oproepen van H2020 tot het indienen van projectvoorstellen op het gebied van automotive, energie, ICT en smart grids. Het sluit aan op een aantal belangrijke EU doelstellingen: vermindering van uitstoot en verbetering van de luchtkwaliteit, CO2-reductie, behoud van energiezekerheid en het toepassen van hernieuwbare energiebronnen. De door de Nederlandse automotive-sector geselecteerde en in het AutomotiveNL innovatieprogramma uitgewerkte focusgebieden, Future Powertrain en Smart Mobility, sluiten hierbij uiteraard naadloos aan.

Samenwerking in Europa

De complexiteit van deze materie vergt een goed gecoördineerde samenwerking. Door het ontwikkelen van energiezuinige voertuigen en alternatieve aandrijflijnen kan de Nederlandse automotive-sector in samenwerking met haar Europese collega’s de maatschappelijke uitdaging van duurzaam vervoer aanpakken. Door efficiënt gebruik te maken van de diverse competenties verkrijgbaar bij bedrijven, onderzoeksinstituten en universiteiten in heel Europa kan daadwerkelijk worden geïnnoveerd.

Dit zal bijdragen aan de verdere groei in omzet en hoogwaardige werkgelegenheid in onderwijs, onderzoek, ontwikkeling, productie en services. Hiervoor is actieve deelname van Nederlandse organisaties in H2020 projecten echter een vereiste. Uiteraard vraagt dit om doorzettingsvermogen en de bereidheid om een onzeker pad in te slaan met de bijbehorende risico’s. Als de Nederlandse automotive-sector niet bang is om haar kennis te delen, haar krachten te bundelen, en zich te committeren aan langere termijndoelen, zal ze zeker de vruchten plukken van het nieuwe EU-subsidieprogramma H2020.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie