Vakantiegeld 2023: Netto hoger voor werknemers tot net onder modaal, netto lager voor hogere inkomens

Vakantiegeld 2023: Netto hoger voor werknemers tot net onder modaal, netto lager voor hogere inkomens

Redactie Baaz

In mei ontvangen veel werknemers hun vakantiegeld. Dit jaar ontvangen vooral werknemers met loon tot € 3.000 bruto per maand netto iets meer vakantiegeld. Terwijl hogere inkomens daar netto op achteruit gaan. Dat blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP.

Iemand met een maandloon van € 1.000 bruto ontvangt € 15 netto extra vakantiegeld. Bij € 1.250 bruto per maand wordt er netto € 18 meer gestort. Bij een brutoloon van € 3.000 per maand houdt een werknemer er dit jaar € 259 netto meer aan over.

Een werknemer met een modaal maandsalaris (€ 3.086) ontvangt € 18 netto minder in vergelijking met 2022. Twee keer modaal ontvangt € 39 minder dan in 2022. Drie keer modaal krijgt € 579 netto minder uitgekeerd.

Vakantiegeld is overigens juridisch niet de juiste term. Officieel is vakantiegeld loondoorbetaling tijdens verlof. Maar vakantiebijslag is een extra beloning die de werknemer financieel in staat moet stellen om daadwerkelijk op vakantie te gaan. Vakantiebijslag is dus de officiële benaming van wat in de volksmond wordt aangeduid als vakantiegeld.

Divers beeld

Dik van Leeuwerden, expert op het gebied van wet- en regelgeving bij ADP Nederland, legt uit dat het verrekeningspercentage loonheffingskorting dit jaar voor een divers beeld zorgt. "De heffingskortingen zijn namelijk inkomensafhankelijk", legt Van Leeuwerden uit. "De algemene heffingskorting is maximaal € 3.070. Vanaf een jaarloon van meer dan € 22.660 wordt deze korting afgebouwd met 6,095% over het meerdere. Verdien je meer dan € 73.031, dan is de algemene heffingskorting afgebouwd tot nul."

Daarnaast heeft elke werknemer recht op de arbeidskorting. "Bij een jaarloon van € 37.691 bereik je het maximum van € 5.052 aan arbeidskorting", vervolgt Van Leeuwerden. "Verdien je dit jaar meer dan deze € 37.691, dan wordt over het meerdere de arbeidskorting weer afgebouwd met 6,51%. Uiteindelijk is bij een jaarloon van meer dan € 115.295 de arbeidskorting geheel afgebouwd tot nul." Het afbouwpercentage voor de arbeidskorting is dit jaar 6,51% en dus hoger dan vorig jaar. Dit was toen 5,86%.

Het moment waarop een werknemer in de afbouwfase komt, ligt in 2023 bij een hoger inkomen dan in 2022. Meer werknemers profiteren dus van de arbeidskorting. Daarnaast is het inkomen waarbij het recht op arbeidskorting vervalt, hoger dan vorig jaar. "Je moet dit jaar dus langer rekening houden met het verrekeningspercentage van 6,51%. Dit komt bovenop het tarief van 49,50%. Dat is de reden dat werknemers die drie keer modaal verdienen in 2023 nu minder overhouden van hun vakantiegeld dan in 2022", aldus Van Leeuwerden. 

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie