Gastexpert: Rechter laat non- concurrentiebeding in tijdelijk contract in stand
Werkgevers die dachten dat een afgesproken beding voldeed aan de eisen van de Wwz, moesten in een procedure ondervinden dat het beding geen waarde had.
Echter begin dit jaar oordeelde de kantonrechter in Arnhem dat een concurrentiebeding in een tijdelijk contract wel goed gemotiveerd was en ook nagekomen moest worden door de werknemer. En daarmee leek het toch nog mogelijk een non-concurrentiebeding op te nemen. Omdat de werknemer in hoger beroep ging, bleef er nog onzekerheid bestaan. Onlangs heeft het Gerechtshof het beroep van de werknemer verworpen. De werknemer blijft dus aan het concurrentiebeding gebonden.
Rechter doet uitspraak
Met deze eerste uitspraak in hoger beroep is meer duidelijkheid gegeven aan de houdbaarheid van een concurrentiebeding in een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Pascal Besselink, senior arbeidsjurist bij juridisch dienstverlener DAS, benadrukt dat de formulering van het concurrentiebeding wel van zeer groot belang is. Niet alleen in tijdelijke arbeidsovereenkomsten maar ook in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. De gedachte dat een concurrentiebeding vaak geen stand houdt, noemt hij een fabel.
Opvallend genoeg zijn er de laatste weken diverse uitspraken gedaan waarin de werknemer gehouden werd aan het non-concurrentiebeding. De gevolgen van overtreding van een concurrentiebeding kunnen voor een werknemer enorm zijn. Niet alleen kan de werknemer dan worden opgelegd zijn concurrerende werk te stoppen, maar bij overtreding van het verbod moet de werknemer vaak ook nog eens een dwangsom betalen. Daar komt bij dat de werknemer die zelf heeft opgezegd om bij de concurrent te gaan werken en dit vervolgens van de rechter niet blijkt te mogen ook geen recht heeft op een uitkering.