De toekomst van roofkunst in het Mauritshuis

De toekomst van roofkunst in het Mauritshuis

Redactie Baaz

Innovatieve tentoonstelling brengt authentieke voorwerpen, fysieke en digitale replica's, film- en virtual reality-experiences

Van 14 september 2023 tot en met 7 januari 2024 organiseert het Mauritshuis, in samenwerking met de Stiftung Humboldt Forum im Berliner Schloss, het Stadtmuseum Berlin, het Ethnologisches Museum en het Museum für Asiatische Kunst der Staatlichen Museen zu Berlin, de innovatieve tentoonstelling Roofkunst – 10 verhalen. Bezoekers worden meegenomen in verhalen rondom roofkunst uit drie periodes: koloniale roofkunst, de kunstroof door Franse revolutionairen in 1795 en door nazi’s geroofde kunst van Joodse eigenaren. Tien casestudies vertellen over het verleden en de toekomst van objecten uit de collecties van het Mauritshuis, drie Berlijnse musea (Ethnologisches Museum, Stadtmuseum, Gipsformerei) en het Musée des beaux-arts (Rennes, Frankrijk). Voorjaar 2024 opent de tentoonstelling in het Humboldt Forum in Berlijn.

Gastcurators

De initiatiefnemer van Roofkunst – 10 verhalen is het Mauritshuis. Directeur Martine Gosselink had de wens om een tentoonstelling te maken over de relatie tussen het onderwerp roofkunst en het Mauritshuis, waarbij verschillende Europese instellingen zouden samenwerken om elkaars inzichten te vergelijken en van elkaar te leren.

Al in een vroeg stadium is het duo Eline Jongsma en Kel O’Neill van Jongsma+O’Neill gevraagd om als creative leads en gastcurators de framing en storytelling te ontwikkelen in samenwerking met conservatoren en onderzoekers. Als kunst- en filmduo hebben zij al meer dan tien jaar ervaring met non-fictie projecten, waaronder films, interactieve documentaires en VR-ervaringen. In de tentoonstelling zetten Jongsma+O’Neill zeer vernieuwende presentatiemiddelen in om het verhaal van de objecten te vertellen. Onder meer met virtual reality experiences en 3-D modellen nodigen zij de bezoekers uit na te denken over de vragen die in deze tentoonstelling centraal staan. Hoe en waarom werden deze objecten geroofd? Hoe gaan wij hier als museum mee om? Wat zou de gewenste toekomst van deze objecten moeten zijn?

Gastcurators Eline Jongsma en Kel O’Neill: De tentoonstelling Roofkunst - 10 verhalen biedt zowel een verzameling betwiste objecten, als een visie op een mogelijke toekomst voor deze objecten: een wereld waarin musea openlijk de confrontatie aangaan met de thema's buit en teruggave. Alle aspecten van de discussie komen onbevreesd en openlijk aan de orde. Van de persoonlijke en politieke impact van het behouden van geroofde werken in museumcollecties, tot de filosofische en ethische dilemma's die ontstaan ​​door het maken en tentoonstellen van (digitale) replica's. In het museum van onze verbeelding zijn vorm en inhoud onlosmakelijk met elkaar verbonden en komen rechtvaardigheid en esthetiek beiden tot hun recht.

Andere wereld

In de tentoonstelling komt de bezoeker in aanraking met drie groepen objecten, drie virtual reality-experiences en drie video-installaties. De presentatie van de objecten in Roofkunst benadrukt het doel om de beladen geschiedenis van deze museale objecten duidelijk zichtbaar te maken aan het publiek. Met het tentoonstellingsontwerp van Trapped in Suburbia stappen bezoekers een andere wereld in, een wereld die die lijkt op een museumdepot.

Zowel de vormgeving als de inhoudelijke storytelling zijn essentieel voor de achterliggende gedachte van de tentoonstelling: bezoekers een blik bieden op de beladen geschiedenis van deze museale objecten, en een mogelijke toekomst van roofkunst en restitutie. Jongsma+O’Neill onderzoeken hoe het toekomstige museum er uit zou zien nadat (een deel van) de collectie is teruggegeven. In de tentoonstelling wordt ook nagedacht over objecten die naar alle waarschijnlijkheid niet teruggegeven (kunnen) worden. Van deze objecten kan de geschiedenis nooit meer geheel worden achterhaald of zijn geen rechtmatige eigenaren meer aan te wijzen.

Grenzen

Roofkunst is een fenomeen van alle tijden. Buit diende als uitbetaling aan soldaten, ter vernedering van de overwonnenen of als machtsvertoon. Napoleon versterkte zijn positie door geroofde kunstschatten onder te brengen in zijn Musée Napoleon. Hitler liet kunstwerken confisqueren voor zijn gedroomde museum. Hoe megalomaan hun projecten ook, ze vallen in het niet bij de enorme hoeveelheid voorwerpen die de afgelopen eeuwen door koloniale grootmachten vanuit de hele wereld naar Europa zijn verscheept. Elk van deze objecten heeft zijn eigen verhaal. Zij zijn -als het ware- getuige van het moment van roof. Elk object kent dan ook zijn eigen geschiedenis, onderzoek, benadering en daarmee ook zijn eigen toekomst. Teruggave van gestolen voorwerpen klinkt zo simpel maar is het vaak niet. Ook wil het Mauritshuis met deze tentoonstelling laten zien dat roofkunst een grensoverschrijdend fenomeen is, letterlijk en figuurlijk.

Objecten in de tentoonstelling (selectie)

De verhalen in de tentoonstelling zijn het resultaat van recent onderzoek van conservatoren en onderzoekers van de samenwerkende musea. Daarnaast is aanvullend gebruik gemaakt van bestaand onderzoek van internationale experts, waaronder de rapporten die zijn opgesteld voor de restitutiecommissies nazi- en koloniale roofkunst.

Roofkunst – 10 verhalen laat onder meer een Balinese kris uit ca. 1800-1850 zien. Het steekwapen werd rond 1851 geschonken aan de Preußische Kunstkammer, de voorloper van het huidige Ethnologisches Museum in Berlijn. ‘Gedragen door een hooggeplaatst iemand, veroverd in Kasoemba’, was de beschrijving bij het voorwerp, verwijzend naar de verovering door Nederlandse troepen bij 'Kasoemba' [het dorp Kusamba] tijdens de Derde Bali-oorlog in 1849.
De VR-experience van Jongsma+O’Neill brengt de bezoeker naar het moment dat Nederlandse troepen in een tempelcomplex met veel geweld honderden Balinese slachtoffers maakten – en de kris zeer waarschijnlijk in de tempel hebben buitgemaakt.

In 1806 trokken Franse troepen van Napoleon Berlijn binnen en roofden de zogenaamde 'Quadriga' uit 1793, een paardenvierspan. Deze sculptuur met Romeinse strijdwagen moest de Vrede symboliseren en stond boven op de beroemde Brandenburger Tor. In 1814 keerde het vierspan terug naar Berlijn waar zij 130 jaar later tijdens de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog verloren ging. Slechts één overgebleven paardenhoofd bevindt zich tegenwoordig in het Berlijnse Stadtmuseum. Sinds 1958 staat een replica op de stadspoort. 
In de VR-experience van Jongsma+O’Neill overzie je als bezoeker de indrukwekkende intocht van de Napoleontische legers, vanaf het dak van de

Het Mauritshuis heeft in de collectie een schilderij van Rembrandt (Zelfportret, 1669) dat in de Tweede Wereldoorlog werd geroofd van de Joodse familie Rathenau. Bedoeling was het schilderij op te nemen in het (nooit gerealiseerde) Führermuseum van Adolf Hitler. Na de bevrijding in 1945 troffen de geallieerden dit schilderij aan in een zoutmijn in Oostenrijk. De nazi’s brachten daar in de tunnels een immense hoeveelheid geroofde kunstschatten bijeen. De Rembrandt werd na de Tweede Wereldoorlog teruggegeven aan de familie Rathenau en het Mauritshuis kocht het schilderij in 1947 aan, met steun van de Vereniging Rembrandt en particulieren.
De VR-experience van Jongsma+O’Neill brengt de bezoeker diep in de zoutmijn waar de kunstschatten waren verborgen.

In de tentoonstelling is een video te zien waarin je de creatie kunt volgen van een 3D model van het kanon van Kandy. Dat model is opgeslagen op de harddisk in de vitrine.

Het origineel is een sierkanon dat in 1765 werd buitgemaakt in het paleis van Kandy, gelegen in het binnenland van Sri Lanka (Ceylon). De kustgebieden van het eiland werden toen al ruim 100 jaar bezet door de Nederlandse VOC, die daar vooral profiteerde van de kaneelhandel. Het kanon werd verscheept naar Nederland en werd daar opgenomen in de verzameling van stadhouder Willem V. Toen Franse revolutionaire troepen zijn bezittingen in 1795 in beslag namen en wegvoerden naar Parijs, bleef dit kanon in Nederland achter. Het belandde in 1825 in de collectie van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden, dat gehuisvest was in het Mauritshuis. In 1875 werd het overgedragen aan het Rijksmuseum in Amsterdam.

Sri Lanka heeft meerdere keren gevraagd om restitutie. Voor het eerst in 1964. Het kanon zal in 2024 eindelijk worden teruggegeven. Vanaf dat moment resteert in Nederland alleen nog het opgeslagen 3D model. 


Voor een uitgebreide beschrijving van alle 10 objecten in de tentoonstelling: www.mauritshuis.nl/roofkunst

 

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie