De circulaire economie begint in de lade thuis

De circulaire economie begint in de lade thuis

Redactie Baaz

In Nederland liggen 4,5 miljoen ongebruikte telefoons in lades. Elk jaar belanden er nog eens 800.000 in de vuilnisbak. Dat is zonde én niet duurzaam. Smartphones bevatten waardevolle grondstoffen die vaak met hoge milieukosten zijn gewonnen. Als de overheid serieus werk wil maken van de circulaire economie, moet ze zorgen voor betere voorlichting en meer inleverpunten zodat consumenten hun oude smartphones makkelijker kunnen terugbrengen in de keten.

Waarom consumenten oude smartphones bewaren

Uit ons eigen onderzoek blijkt dat elektronica die nog goed werkt – zoals smartphones – het meest wordt bewaard, in vergelijking met kleding, meubels, huishoudelijke apparaten en speelgoed. Een vijfde van de mensen doet dit (19,3 procent). Waardevolle grondstoffen liggen te verstoffen en dat is een gemiste kans voor recycling. Als producenten deze onderdelen kunnen hergebruiken, zijn er minder nieuwe grondstoffen nodig. Daarnaast ontstaat er een volwaardige markt voor refurbishers en reparateurs: ondernemers die toestellen opknappen, onderdelen hergebruiken en zo werk én waarde creëren met wat anders ‘afval’ zou zijn.

Waarom bewaren Nederlanders hun oude telefoon dan? De helft doet dit voor noodgevallen (55,5 procent). Maar hoe vaak gebruik je hem écht nog een keer? Anderen denken dat het verkopen te weinig oplevert (14,8 procent) of weten niet wat ze er anders mee moeten (12,6 procent). 12 procent gooit een oude telefoon zelfs meteen weg. Er is dus nog veel ruimte voor betere voorlichting over hergebruik, recycling en refurbishing. Veel consumenten weten bijvoorbeeld niet dat je toestel vaak kosteloos kan worden ingenomen bij de winkel, webwinkel of telecomprovider – inclusief gecertificeerde dataverwijdering. Die drempel moet omlaag.

Belangrijkste redenen dat telefoons blijven liggen:

  • “Handig voor noodgevallen” – een oude telefoon blijft als reserve-toestel in de la, maar wordt zelden nog opgeladen of gebruikt.
  • “Verkopen levert te weinig op” – de verwachte opbrengst voelt te laag ten opzichte van het ‘gedoe’ van verkopen of opsturen.
  • “Ik weet niet wat ik er anders mee moet” – onduidelijkheid over waar en hoe je verantwoord kunt inleveren.
  • “Gewoon weggooien” – een kleine maar schadelijke groep doet de telefoon bij het restafval, waardoor grondstoffen en onderdelen verloren gaan.

Waarom die telefoon in de la wél uitmaakt voor de circulaire economie:

  • De productie van één smartphone kost meer energie en grondstoffen dan het hele gebruik daarna.
  • Door toestellen te refurbishen of te recyclen, verleng je de levensduur van materialen en verlaag je de vraag naar nieuwe mijnbouw.
  • Elke ingeleverde telefoon is in feite een mini-mijn: een compacte bron van metalen, onderdelen en waarde.

Meer educatie over de circulaire economie en inleverpunten nodig

Als consumenten weten wat de voordelen zijn van het recyclen en refurbishen – voor het milieu én hun portemonnee – zullen ze hun oude smartphone waarschijnlijk sneller inleveren. Naast bewustwording via educatie, moet de overheid zorgen voor meer inleverpunten. De overheid zou voor telefoons eenzelfde systeem moeten opzetten als voor batterijen. Zo wordt inleveren een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven van consumenten. Door oude elektronica een tweede leven te geven, zijn er minder nieuwe grondstoffen nodig en komt de circulaire economie dichterbij. Denk aan standaard-inleverbakken in supermarkten en elektronicazaken, inleverzegels bij online bestellingen of een klein retourbedrag per toestel – net zoals statiegeld op flessen.

Concrete maatregelen die kunnen helpen:

  • Meer zichtbare inleverpunten: niet alleen bij elektronicazaken, maar ook in supermarkten, scholen en gemeenteloketten.
  • Eenduidige, simpele uitleg: wat gebeurt er met je data, met de onderdelen en met de grondstoffen na inlevering?
  • Prikkels en beloningen: een kleine vergoeding, korting op een (refurbished) toestel of een spaarprogramma bij inlevering.
  • Heldere regels rond dataveilig wissen, zodat consumenten weten dat hun foto’s en gegevens gegarandeerd verwijderd worden.

Ook bedrijven spelen hierin een sleutelrol. Werkgevers kunnen bij het vervangen van zakelijke toestellen vaste afspraken maken met recycle- en refurbishpartners, zodat complete batches telefoons gecontroleerd terug de keten in gaan. Hoe meer partijen meedoen, hoe minder smartphones er uiteindelijk in die beruchte rommellade belanden.

Uiteindelijk begint de circulaire economie verrassend klein: met één lade, één oude smartphone minder en een consument (of bedrijf) dat besluit die niet nóg een jaar te laten liggen, maar ’m terug de keten in te sturen.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie