Aandeel arbeid in de economie licht gestegen in 2022

Aandeel arbeid in de economie licht gestegen in 2022

Redactie Baaz

De arbeidsinkomensquote (aiq) voor de marktsector is gestegen van 73,3 procent in 2021 naar 73,7 procent in 2022. Van jaar tot jaar schommelt de aiq. Wel is de aiq voor de marktsector vanaf 1995 trendmatig gedaald. In 1995 was de aiq voor de marktsector nog 81,3 procent. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de aiq en het artikel ‘De arbeidsinkomensquote nader toegelicht’.

De arbeidsinkomensquote is het aandeel van het arbeidsinkomen in het totale verdiende inkomen van de economie. Het arbeidsinkomen is de totale beloning van werknemers plus het gemengd inkomen van zelfstandigen. Het totale verdiende inkomen bestaat naast het arbeidsinkomen uit de operationele winst van bedrijven. Dit is het geld dat een bedrijf kan inzetten voor onder andere loonsverhoging, besparingen, bedrijfsuitbreiding of uitkeringen aan aandeelhouders. Een stijgende aiq betekent dat het aandeel van het arbeidsinkomen in het totale verdiende inkomen stijgt en dat het aandeel van de operationele winst van bedrijven daalt. De arbeidsinkomensquote is een belangrijke indicator voor de vraag bij wie de verdiensten van een economie terechtkomen.

De aiq wordt bepaald voor de marktsector, hier: de gehele economie minus de overheid, het onderwijs, de gezondheids- en welzijnszorg, de bedrijfstak verhuur van en handel in onroerend goed, de delfstoffenwinning en de financiële dienstverlening.

Trendmatige daling van de aiq door de bouw, de handel en vervoer en opslag

De trendmatige daling van de aiq voor de marktsector vanaf 1995 wordt gedreven door de bedrijfstakken bouwnijverheid, handel en vervoer en opslag. Van alle bedrijfstakken kenden deze bedrijfstakken de grootste daling van de aiq. Samen zijn zij goed voor 25 procent van het totaal verdiende inkomen in 2022. De daling van de aiq in deze bedrijfstakken is veroorzaakt doordat de operationele winst sneller is toegenomen dan de lonen.

Een mogelijke verklaring voor de winststijging in deze bedrijfstakken is de gestegen vergoeding op kapitaal. Deze kan worden gemeten door de operationele winst te delen door de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad. Als deze verhouding stijgt, dan neemt de winst per geïnvesteerde euro toe.

In de drie genoemde bedrijfstakken stijgt de operationele winst sneller dan de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad. Dit is met name goed te zien in de handel, waar deze verhouding tussen 1995 en 2020 meer dan verdubbeld is. 

Verschillende varianten

Naast de aiq voor de marktsector publiceert het CBS ook gegevens van de aiq voor de hele economie en voor bedrijven. De aiq voor de hele economie omvat alle bedrijfstakken. In de aiq voor bedrijven worden de bedrijfstakken overheid en onderwijs niet meegenomen. 

In de aiq voor de marktsector worden er nog meer bedrijfstakken buiten beschouwing gelaten vanwege de rol die de overheid en statistische winsten spelen. Een uitgebreide bespreking hierover is te vinden in het artikel De arbeidsinkomensquote nader toegelicht. In tegenstelling tot de aiq voor de marktsector volgt het verloop van de andere aiq-varianten een stabiele trend.

Bijstelling 2021

Eerder rapporteerde het CBS een voorlopig cijfer van de aiq voor de marktsector van 2021 van 74,9 procent. Door een aanpassing van het totaal verdiende inkomen op basis van nieuwe gegevens valt het nieuwe aiq-cijfer van 2021 lager uit. De beloning van werknemers in 2021 is in de nieuwe cijfers beperkt veranderd. Deze aanpassing komt voornamelijk door een hogere operationele winst van bedrijven, met als gevolg een lagere aiq. 

 

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie