Waarom en hoe SEAT op de pijnbank gaat

13. december 2017 - 7:55

Door: Redactie Baaz

SEAT legt elk onderdeel dat het in de modellen monteert standaard op de pijnbank. Zo wordt het openen en sluiten van de portieren liefst 30.000 keer gesimuleerd en drukt een machine 5.000 keer op een knop.

Het zijn zomaar enkele voorbeelden van de extreme tests waaraan onderdelen worden onderworpen voordat SEAT ze in haar modellen monteert. De tests vinden vaak al plaats als een model zich nog in het prototype-stadium bevindt. Het doel: de kwaliteit en betrouwbaarheid van elke SEAT garanderen.

Vier keer de wereld rond

SEAT heeft zo’n vijftig engineers in dienst die met prototypes jaarlijks ruim 1,2 miljoen kilometers afleggen. Dat is het equivalent van vier rondjes om de aarde. De auto’s worden tot het uiterste getest in de ijzige condities van Rusland en de verzengende hitte van meer dan vijftig graden in Marokkaanse woestijnen.

Om te ondervinden of een auto steenslag kan weerstaan, werpt SEAT bij elk prototype honderdduizenden kleine steentjes tegen de onderzijde, de wielkasten en de bumpers. Het doel is om te kijken hoe een auto zich houdt bij een rit van zo’n 3.000 kilometer over barslechte wegen.

20.000 schuifbewegingen

De stoelen van een SEAT prototype moeten minstens 20.000 schuifbewegingen fluitend kunnen doorstaan. Een machine simuleert de bewegingen van de bestuurder en z’n passagiers bij het in- en uitstappen. Daarnaast controleert SEAT de duurzaamheid van een stoelleuning door deze 20.000 keer neer te klappen.

Elke knop, elke meter en elk bedieningselement moet het zwaarste gebruik zonder protest kunnen doorstaan. Zo test SEAT de knoppen van het navigatiesysteem, de radio en de airconditioning door er zo’n 5.000 keer op te drukken. Een speciale afdeling start al drie jaar voor de introductie van een model met de ontwikkeling van de knoppen.

Portieren SEAT 30.000 keer per jaar gesloten

Voor een koper is de klank van een portier dat wordt gesloten van groot belang. Daarom test SEAT bij alle modellen of dit na 30.000 keer nog steeds hetzelfde is.

Elke nieuwe SEAT die van de band loopt krijgt voor hij de fabriek verlaat eerst nog een plensbui van 2.500 liter gerecycled water over zich heen. Pas als de auto deze moessonregen doorstaat en honderd procent waterdicht is gebleken, is SEAT tevreden.

Bij intensieve tests checkt SEAT bij elke nieuwe auto of alle systemen werken en of hij geen verborgen rammeltjes heeft. Pas daarna wordt de auto naar de dealer getransporteerd. Jaarlijks leggen de testrijders van SEAT zo’n 2 miljoen kilometer af op het circuit.