Groei arbeidsdeelname duurt voort, maar vlakt af

Groei arbeidsdeelname duurt voort, maar vlakt af

Redactie Baaz
De afgelopen vijftig jaar zijn steeds meer Nederlanders op de arbeidsmarkt gaan participeren. De bruto arbeidsdeelname is sinds 1969 gestegen van 60,0 naar 70,0 procent.

Dit komt door een sterke toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Deze steeg tussen 1969 en 2016 van 35,1 naar 65,1 procent. Tegelijkertijd nam de arbeidsdeelname van mannen iets af. Sinds 2008 is de toename van de totale arbeidsparticipatie afgevlakt, meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de arbeidsparticipatie sinds 1969.

Sinds 2008 bleef de bruto arbeidsparticipatie bij vrouwen vrijwel gelijk, waardoor het verschil tussen mannen en vrouwen sinds dat jaar nauwelijks meer afnam. Vrouwen werken wel relatief vaak in deeltijd: in 2016 was hun wekelijkse arbeidsduur gemiddeld zo’n 10 uur korter dan die van mannen.

Bijna twee derde van de vrouwen werkend of werkzoekend

In 2016 bedroeg de arbeidsdeelname van 15- tot 75- jarigen 70,0 procent. Dit is een toename van 10 procentpunten ten opzichte van 1969. Deze stijging is het gevolg van de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen. 

In 2016 was van alle vrouwen van 15 tot 75 jaar bijna twee derde actief op de arbeidsmarkt, als werkende of op zoek naar werk en daarvoor op korte termijn beschikbaar. Dit zijn bijna 4,2 miljoen vrouwen. In 1969 betrof het nog 1,5 miljoen vrouwen, 35,1 procent van alle vrouwen.

Arbeidsdeelname mannen

Onder mannen daalde de bruto-arbeidsparticipatie sinds 1969 van 85,2 naar 74,9 procent. Hierdoor is het verschil in participatie tussen mannen en vrouwen kleiner geworden. Sinds 2008 is de toename van de totale arbeidsparticipatie afgevlakt. 

Ook bij de eerdere conjuncturele neergangen was dat het geval, maar deze keer houdt de afvlakking langer aan.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie